Gerard Reve is een van de grootste, Nederlandse schrijvers van de twintigste eeuw. Zijn debuutroman De Avonden is een van zijn bekendste boeken. Zijn werk was zeer geliefd bij een links-progressief publiek, ondanks dat zijn werk en gedachtengoed werden gekenmerkt door controversiële standpunten. In de podcast ‘Wat blijft’ praat Botte Jellema met onder andere auteur Aleid Truijens over het leven en het werk van Gerard Reve.

Mentale gezondheid

Maar wie is Gerard Reve nu eigenlijk?

Reve werd op 14 december 1923 geboren en overleed op 8 april 2006. Naast schrijver was hij ook openlijk homoseksueel en een publiekelijk figuur die opkwam voor godsdienstvrijheid en euthanasie.  

Na zijn succesvolle debuutroman ging Reves mentale gezondheid bergafwaarts. Hij worstelde met angsten en depressies, die hij probeerde te onderdrukken met alcohol en andere middelen. Zijn relatie met Teigetje en Woelrat, met wie hij een tijdlang samenwoonde, verwaterde, waarna hij verhuisde naar Frankrijk. Daar woonde hij uiteindelijk ook met zijn partner Joop Schafthuizen. Zijn liefdesleven was woelig en het alcoholgebruik was enorm. Samen dronken ze zo’n 120 flessen wijn per maand.  

Nacht van de poëzie

In 1975 stond Gerard Reve op de ‘Nacht van de poëzie’ in Kortrijk. Hij verscheen op het podium, gekleed in zwart met vier kettingen om zijn nek waaraan grote symbolen hingen: een christelijk kruis, het internationale vrijheidssymbool, de communistische hamer en sikkel en een hakenkruis. Tijdens zijn speech maakte hij provocerende opmerkingen als: “Gooi al dat zwarte tuig eruit” en “Op naar de blanke macht.” Dit gebeurde tijdens het jaar van de Surinaamse onafhankelijkheid.

De beelden in Kortrijk werden uitgezonden op televisie, wat leidde tot felle kritiek op Reve. “Het is overduidelijk sarcasme, ik meen het niet. Dit is wat de mensen vinden, maar niet durven te zeggen,” was Reve’s reactie daarop. De storm van kritiek ging echter snel liggen, omdat zijn links-progressieve publiek zijn uitspraken uiteindelijk niet letterlijk nam.

Ironie

Zijn werk werd gekenmerkt door zijn ironie. In een tijd waarin veel van zijn aanhangers demonstreerden tegen de Vietnamoorlog, schreef Reve juist provocerende uitspraken als: “Dood aan de Vietcong.” Zijn aanhangers stelden dat hij dat niet meende en dat het pure provocatie was. “Zo iemand die zo wijs was, kon nooit op zo’n domme manier racist zijn. Daar was hij toch veel te intelligent voor,” zegt Aleid Truijens, die vroeger fan was van Reve.

“Je hebt ook heel begrijpelijke ironie: dat jij weet dat de ander weet dat het omkering is,” legt Truijens uit. “Maar bij hem heeft het iets bodemloos. Je vermoedt dat hij het niet helemaal meent, maar je weet ook dat hij het omgekeerde ook niet meent. Iemand die altijd consequent ironisch is, gaat daar op den duur ook in geloven. De bespotte werkelijkheid wordt dan de werkelijkheid. Dan zakt iemand door de dubbele bodem van zijn eigen ironie.”

Wat blijft-lijn

In de Wat blijft lijn vragen we onze luisteraars wie op hen een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. Een vrijwilliger die zich onuitputtelijk voor de buurt inzette? Een buurvrouw die een bijzonder leven leidde? Een collega die een inspiratiebron was? We helpen je om je in ongeveer twee minuten een mooi verhaal over deze persoon te vertellen, dat we uitzenden in onze radio uitzending. Laat ons weten welk leven op jou een onuitwisbare indruk maakte via watblijft@human.nl

Dit vind je ook interessant