"Op een dag, bij de thee, zei een bevriende psychiater tegen me: ‘Vrouwen doden anders dan mannen.’ Een simpel zinnetje dat als een bom afging in mijn hoofd. ‘Hoe zo?’ vroeg ik naïef.
Die vraag leidde tot deze film. Research toonde aan dat in Nederland elke week een vrouw wordt vermoord door haar partner. België: twee per week. Italië, veertien per maand. Finland is lang het gevaarlijkste land voor vrouwen in Europa geweest. Volgens het WHO sterven er wereldwijd meer vrouwen door huiselijk geweld dan door oorlog. Dat zijn ruim 30.000 vermoorde vrouwen per jaar. Waarom zijn er zoveel documentaires over oorlog en zo weinig over deze oorlog? Look what you made me do is die film.
De vrouwen die ik ontmoette waren stuk voor stuk het tegenovergestelde van slachtoffers. Ze waren strijders, vrouwen die al hun schranderheid aanwenden om van dag tot dag te overleven. Ze waren dierenarts, apotheker, platenmagnaat, verpleegster, notaris. Vrouwen zoals ik die hadden geleerd dat het normaal was om handen te moeten wegslaan, aanrandingen te moeten pareren met een grapje en als het niet lukte, de vernedering te moeten accepteren van erger. Ik werd woedender en woedender. Over alles wat normaal gevonden wordt.”