De sheltersuits bestaan uit een warme jas met aanritsbare slaapzaak, die de stichting weggeeft aan daklozen, vluchtelingen of anderen die noodgedwongen in de kou moeten slapen.
Tekst gaat verder na de afbeelding
Bas Timmer steekt zijn handen uit de mouwen. Of eigenlijk in de mouwen, want hij maakt warme kleding voor daklozen. In Nederland heeft zijn stichting Sheltersuit in vier jaar tijd al zesduizend pakken, de 'sheltersuits', geproduceerd. Nu probeert Timmer het ook in New York.
De sheltersuits bestaan uit een warme jas met aanritsbare slaapzaak, die de stichting weggeeft aan daklozen, vluchtelingen of anderen die noodgedwongen in de kou moeten slapen.
Tekst gaat verder na de afbeelding
Wanneer we Sheltersuit-oprichter en ontwerper Bas Timmer spreken, bevindt hij zich in New York, waar daklozenproblematiek goed zichtbaar is. In deze stad slapen meer dan zestigduizend mensen per nacht in opvangcentra. ‘In Amerika is het probleem zo aan de oppervlakte,’ zegt Timmer aan de telefoon. ‘Als je naar je werk loopt, zie je sowieso een aantal daklozen.’
Toch is er een grote groep daklozen waarvan je niet weet dat ze dakloos zijn, ook in Nederland. Jongeren, ondernemers waarbij de onderneming failliet gaat, mensen die een baan hebben maar de rest niet rond krijgen. Het is een groot probleem, volgens Timmer.
‘Het beeld dat mensen hebben van daklozen, klopt dus totaal niet. Ook het beeld dat ik had klopte niet. Ik kende de drie bekende daklozen in Enschede. Die zie je altijd, die vragen om losgeld. Maar dat zijn niet de echte daklozen. Die mensen hebben vaak ook nog wel plek om te slapen, zijn vaak ook verslaafd.
‘Maar er is een hele grote groep waarvan we het niet weten. Mensen hebben ontzettend veel vooroordelen. "Dakloosheid? Ja, dat is toch wel een keuze." Maar het is vaak geen keuze.’
Tekst gaat verder na de afbeelding
Voor Timmer veranderde zijn beeld over daklozen toen in zijn woonplaats Enschede een dakloze was overleden door onderkoeling. Het bleek de vader van twee vrienden van Timmer. ‘Ik vond dat zo rot om te zien. Het is ook belachelijk gegaan. Het was vijf graden boven nul, en de opvang gaat pas open als het drie dagen achter elkaar nul graden is.
‘Die dakloze kwam daar dus aan de deur en iemand doet open en zegt: “Ja, het is gesloten. Er is wel iemand binnen, maar we mogen je niet binnen laten.” Hij kreeg toen een dekentje mee, en hij werd gevonden met het dekentje naast zich.’
Timmer had niet verwacht dat dit ook in Nederland gebeurde. Het incident kwam groots in het nieuws, maar van een hulporganisatie begreep Timmer dat het vaker gebeurt. Het is alleen niet altijd nieuws, kennelijk.
Tekst gaat verder na de afbeelding
Timmer baalde van zichzelf, omdat hij al eens eerder over dit probleem had nagedacht. ‘Toen ik in het vierde jaar van de modeopleiding zat, ging ik voor het eerst voor langere tijd naar een grote stad. Dat was Kopenhagen. En ik zag voor het eerst de hoeveelheid daklozen die in zo’n stad buiten op straat slapen. Het viel me op dat ze allemaal oude kleding aan hadden, terwijl het daar écht heel koud was.
‘Al in het tweede jaar van mijn modeopleiding was ik mijn eigen kledinglijn begonnen. En ik maakte vooral hele warme winterkleding. Dat stoorde mij enorm; dat ik warme winterkleding verkocht, en dat er mensen op straat liggen zonder warme kleding. Ik dacht dat ik daar misschien een keer iets voor kon ontwerpen. Terug in Nederland deed ik verder niks met het idee, totdat drie jaar later dus de vader van twee vrienden van mij overleed aan onderkoeling.’
Voor Timmer was het toen tijd voor actie. Hij dook zijn atelier in om een ontwerp te maken. ‘Ik heb gewoon simpel nagedacht: hoe kan ik iemand zowel overdag als ’s nachts beschermen? Dan moet het in ieder geval warm, waterdicht en multifunctioneel zijn. Dus overdag een warme jas, en ’s nachts een slaapzak, zou fijn zijn. Uit die combinatie ontstond de sheltersuit.’
In het atelier rollen ze een suit op:
Tekst gaat verder na de video
Timmer ging aan de slag om meer sheltersuits te produceren. Dat was in het begin hard werken: doordeweeks werkte hij in het atelier, vrijdag, zaterdag en zondag werkte hij als kok. ‘Ik heb twee jaar lang als vrijwilliger gewerkt.
‘En ik kan je één ding garanderen: het geeft je meer dan een baan waarbij je het gevoel hebt dat je niet zo veel toevoegt aan de wereld. Het kost me veel energie, maar het geeft me veel meer.’
In het atelier werkt hij niet alleen. Inmiddels staan al vijftien mensen op de loonlijst, waarvan acht voormalige vluchtelingen, en zijn ongeveer vijftig mensen actief als vrijwilliger bij Sheltersuit. Het gaat hierbij om voormalige vluchtelingen of andere mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De stichting probeert hen te helpen met hun Nederlands, en probeert de werknemers aan een vaste baan te helpen.
In het atelier wordt hard gewerkt:
Tekst gaat verder na de video
Niet alleen werken ze met voormalige vluchtelingen, Sheltersuit deelt ook pakken uit aan vluchtelingen. Zo werden afgelopen winter in totaal 1500 pakken uitgedeeld in Sarajevo en Samos. 'Ik was best wel in de war,' zegt Timmer. 'Omdat je daar duizenden mensen op één plek ziet die in omstandigheden leven die onacceptabel zijn. In de modder, op blote voeten, weinig te eten en heel erg verdrietig dat dit ze overkomen is.’
Sinds die confrontatie vraagt hij daklozen meer naar hun eigen verhaal. In vluchtelingenkampen komen veel verhalen overeen, maar in New York merkt Timmer dat iedereen daar echt een ander verhaal heeft.
Tekst gaat verder na de afbeelding
‘Ik heb een jonge jongen ontmoet, de 22-jarige Richard, en hij is nu een paar maanden dakloos. Een aantal maanden geleden is hij zijn baan verloren als chef, en hij kon gewoon de volgende huur niet betalen. Hij heeft geen familie en nu hij is dakloos. Daar ga je gewoon stuk op.
‘En als je vraagt aan daklozen van een jaar of vijftig: “Heb je nog hoop dat je hier uit komt”, dan zeggen ze nee. “Dit is het voor mij, dit is het eindstation. Wat moet ik dan? Ik heb geen tanden meer in mijn mond, ik heb gewoon niks meer.”’
Deze confrontaties maken het werk er niet makkelijker op, en vanwege de omvang van het probleem, kan het demotiverend werken. ‘Ik heb het wel gehad, die demotivatie,’ zegt Timmer. ‘Ik voelde me klein en machteloos. We zijn nu vier jaar bezig en we hebben zesduizend pakken gemaakt, wat enorm veel is, maar er zijn miljoenen daklozen in de wereld. Een kwart van de wereldbevolking leeft zonder goede beschutting.’
Tekst gaat verder na de afbeelding
Ook het beleid in Nederland werkt demotiverend. Volgens Timmer is dat ontzettend krom.
‘In Nederland worden daklozeninstellingen betaald door de overheid. De opdracht van die instellingen is: iedereen van de straat, iedereen binnen. Dus als een instelling een sheltersuit aanneemt, dan bevestigen zij dat er mensen op straat slapen.’ Dat schuurt met de missie en visie die de instellingen hebben, waardoor hun subsidies in gevaar kunnen komen.
‘Ze doen heel goed werk, maar ik vind niet dat ze goed werk leveren aan mensen die wel op straat slapen. Want die verdienen ook hulp. En het beleid van: we gaan mensen niet op straat helpen, we leveren alleen hulp binnen, is ontzettend kort door de bocht. Want er zijn mensen die niet in die daklozenopvang willen.
‘Ik ben heel erg voor samenwerkingen en het gesprek met elkaar aangaan. Ik begrijp de situatie ook, maar ik laat me daardoor niet demotiveren om toch mensen te helpen. Ik krijg e-mails van hulpverleners in Nederland die graag een pak aan hun cliënten willen geven. Dat staat dus totaal haaks op het beleid.’
Tekst gaat verder na de afbeelding
Sheltersuit liet onlangs een onderzoek uitvoeren door een studente van de Universiteit Twente, in samenwerking met Tactus Verslavingszorg. Uit het onderzoek bleek dat een sheltersuit als bindmiddel kan werken tussen de hulpverlener en dakloze, en dat de sheltersuits niet in strijd hoeven te zijn met de missie van de opvang.
‘Dat onderzoek was heel positief, dus ik sta er nu ook wel heel erg positief in, in de samenwerking met daklozeninstanties. Dat daar gewoon een keer verandering in moet gaan komen. Dat ze ook hulp gaan bieden op straat aan mensen die dat nodig hebben in Nederland.’
In New York zijn de instanties welwillender volgens Timmer. Hij probeert daar nu een soort Sheltersuit op te zetten, dat daar lokaal bekostigd wordt. ‘Ik probeer uiteindelijk over de hele wereld Sheltersuit te brengen, en dat kun je alleen doen als je dat ook lokaal gaat produceren. Onze hoofdfocus is Nederland sterk maken, zodat we in ieder geval een vaste basis hebben waar altijd pakken vanuit verzonden kunnen worden.’
Het atelier ligt vol met sheltersuits:
Tekst gaat verder na de video
Dat is hard werken, want de stichting leeft van donaties. ‘Je moet constant je hand ophouden, en het is eigenlijk nooit genoeg. Er is een aantal bedrijven dat ons ondersteunt, waar ik heel blij mee ben. Maar het is erg zwaar. Bedrijven zijn er meestal maar met één reden, en dat is winst maken. Maar een klein percentage van de winst geven ze aan een goed doel.
‘Mensen doneren met name in de winter, dus je moet in de winter genoeg geld binnenhalen om een heel jaar te kunnen draaien. En inmiddels hebben we vijftien mensen op de loonlijst, het kost behoorlijk wat om die maandelijks salaris te geven. Maar, zonder die mensen geen Sheltersuit.
‘Het gaat wel steeds beter. We komen steeds dichterbij. We worden ook ondersteund door een aantal fondsen. En de particuliere donaties gaan ook echt behoorlijk omhoog in de winter, dat merk ik wel.
‘We zijn in Nederland ook steeds bekender aan het worden, maar de kunst is die bekendheid om te zetten in donaties, en vaste donaties. We hebben er nu een aantal, en daar zijn we echt blij mee. Die zorgen voor een vast bedrag dat je maandelijks kunt binnenhalen.’
Ook veel materialen worden gedoneerd. De buitenstof wordt gedoneerd door Ten Cate Outdoor Fabrics, en de andere materialen bestaan grotendeels uit gerecyclede stoffen, zoals gedoneerde slaapzakken en autogordels voor de tassen.
Youp Meek van Sheltersuit over gedoneerde slaapzakken:
Tekst gaat verder na de video
‘Mijn uiteindelijke droom is dat het niet uit moet maken of je een dakloze in jouw stad helpt, of een dakloze in een ander land. Veel mensen willen een bepaalde gemeenschap helpen, maar we zijn als mensheid toch één grote gemeenschap? Dus wat maakt het nou uit of wij een pak doneren in Nederland, of in Sarajevo waar het min twintig is?
‘Als ik pakken uitdeel in Sarajevo krijgen we de reactie: “Misschien moeten we de Nederlanders eerst helpen.” Dat doen we ook, maar hoezo? Waarom is een mens minder waard in Sarajevo dan in Nederland? Dat slaat nergens op.
‘Ik probeer een middenweg te zoeken. Als er daklozen zijn die een pak nodig hebben, dan kunnen ze ons benaderen. Dat gebeurt ook via social media of e-mail, want dat hebben de meeste daklozen gewoon.
‘Maar als er een plek is waar in één keer heel veel mensen zijn die in de kou zitten, dan geven we ze gewoon een pak. In een vluchtelingenkamp kun je in één keer duizend kinderen een pak geven.
‘Ik ben nu dus eigenlijk vol strijdlust en energie, om dit probleem gewoon op te lossen. Ik ben nog maar 29, dus ik heb nog zeker veertig jaar om vol gas er tegen aan te gaan.’