Een aantal grote steden pleit voor een buffer voor mensen in armoede. Ze willen een verhoging van de kwijtscheldingsnorm voor gemeentebelastingen, zodat er meer ruimte is voor mensen om te sparen. Volgens de makers van 'Schuldig', Ester Gould en Sarah Sylbing, is dit een goed idee.

De steden schrijven in de brief (lees de brief hier) dat er nu mensen tussen wal en schip vallen. Hebben mensen nét iets te veel geld op hun rekening staan, dan komen ze niet meer in aanmerking voor kwijtschelding van gemeentebelastingen. Het gespaarde geld moet dan gebruikt worden voor de belastingen, waardoor deze mensen weer kwetsbaar worden voor schulden.

De brief waarin de steden pleiten voor een verhoging van de kwijtscheldingsnorm werd gestuurd naar de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tamara van Ark, en naar de minsister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren.

De brief komt niet uit het niets. Donderdag was er namelijk een overleg binnen de Tweede Kamer over het armoede- en schuldenbeleid. De steden wilden hiermee de kwijtscheldingsnorm op de agenda zetten. Het onderwerp kwam aan bod tijdens het overleg.

Angst voor problemen

Niet alleen de steden vinden het opbouwen van een buffer belangrijk. Zo stellen ze in hun brief dat het ook wordt onderschreven door het Nibud en de de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR). In een reactie legt Nibud uit dat mensen met een buffer minder snel financiële problemen krijgen. Ze adviseren huishoudens ongeveer 3.550 euro achter de hand te hebben. Maar deze huishoudens zouden dan geen recht hebben op kwijtschelding van belastingen.

Het voorstel uit de brief is ook al eerder aangeboden aan het ministerie, maar in juni 2018 werd het voorstel voor meer ruimte binnen de kwijtscheldingsnorm afgewezen door de minister van Binnenlands Zaken. De grootste reden van de afwijzing was dat de minister denkt dat het voorstel leidt tot een grotere armoedeval en meer uitkeringsafhankelijkheid. Uit de brief blijkt dat de steden het hier niet mee eens zijn. Ook tijdens het overleg afgelopen donderdag blijkt dat niet iedereen denkt dat er sprake is van problemen als de kwijtscheldingsnorm wat ruimer wordt.

Boete op armoede

Kamerlid Eppo Bruins is een van de mensen die over het onderwerp begon in het overleg. ‘Mensen worden niet aangemoedigd om een buffertje op te bouwen, en dat is best wel belangrijk als je het krap hebt,’ vindt Bruins.

Sarah Sylbing, een van de makers van Schuldig, een documentaireserie waarin de schuldenproblematiek in Nederland in kaart wordt gebracht, deelt deze mening. ‘Er moet iets gebeuren tegen de boete op armoede,’ vindt Sarah. Ze legt uit dat als je weinig te besteden hebt, je moeilijk uit de schulden blijft. En als je eenmaal in de schulden zit, dan kom je er bijna niet meer uit. ‘Je wordt helemaal het moeras ingetrokken.’

Ook Ester Gould, de andere maker van Schuldig, ziet het belang van zo’n buffer in, hoewel je dat als overheid dan wel moet toestaan.

Toch denken zowel Ester als Sarah dat dit voorstel niet een enorme doorbraak is. ‘Veel mensen die wij spraken hadden de mogelijkheid al niet eens om te sparen,’ vertelt Sarah. ‘Dus of het echt schulden oplost, dat weet ik niet.’ 

Direct contact helpt

Waar Ester en Sarah vooral een toekomst in zien, is meer persoonlijk contact en veel meer overzicht. Sarah legt uit dat mensen dat overzicht niet hebben. ‘Je hebt met zoveel instanties te maken. Bureaucratie is een groot probleem.’

Ester vertelt dat de overheid alles zoveel mogelijk automatisch doet en dat het heel moeilijk is om iemand hier direct over te spreken. In tegenstelling tot het bedrijfsleven overigens. ‘Direct contact helpt. En schuldeisers krijgen dat steeds meer in de gaten. Eerst werd het innen van geld uitbesteed aan incassobureau’s. Nu zien we dat bedrijven dit steeds meer zelf doen.’

Wantrouwen naar burgers

De staatssecretaris kwam voor het overleg van de Tweede Kamer met spoedoplossingen om mensen in de schulden te helpen. Daarnaast is de brief tijdens het overleg van de Tweede Kamer donderdag besproken. Maar Sarah is niet heel optimistisch.

‘Er is al wel iets veranderd in het denken over schulden. Het is niet meer: “eigen schuld, dikke bult.” Maar vanuit dit kabinet is er wantrouwen naar de burgers toe. Dat sijpelt overal in door. Je moet elkaar vertrouwen, dan haal je het beste uit de mens.’

Ester staat er wat positiever in. ‘Ik ben wel optimistisch. Niet naïef. We hebben namelijk wel hard moeten werken om de discussie over schulden op gang te krijgen. Maar we zien dat ze er nu op meerdere vlakken mee bezig zijn.’

Meer over Schuldig