'Alzheimerfluisteraar' wordt ze genoemd: theatermaker en artistiek leider Adelheid Roosen. Nadat ze Alice in Wonderland vol overgave achterna was gesprongen down the rabbithole toen haar moeder Alzheimer kreeg, ontwikkelde ze een bijzondere filosofie voor menselijke omgang met dementie. Voor de kleurrijke Human-serie In de Leeuwenhoek pakte ze haar koffers om te logeren in een verpleeghuis voor bewoners met dementie.
In de omgang met dementie is het cruciaal dat je door je verlegenheid heen stapt. Wat ik bij mensen ervaar is dat er veel gêne zit, dat ze zich vaak geen raad weten met dementie. Maar als je jezelf toestaat om te tuimelen en een wit konijn achterna te rennen, val je plots vrolijk tussen pratend theeservies. Op zo'n soort plek staan alle regels op z'n kop: taal is niet begrijpelijk meer, en dat is ook niet zo belangrijk.
Je hoeft niet meer na te gaan of iets echt bestaat. Waar we met kinderen gemakkelijk meegaan in werelden vol pratende kop en schotels en levensgrote draken, doen we bij volwassenen alsof het een beetje dommig is wat ze zeggen, en voelen we de behoefte om dat te corrigeren. Het is diep in ons wezen verankerd dat het ons een aangenaam gevoel geeft om een verschil aan te brengen tussen jou en mij, en onszelf net ietsje verhevener te maken door ons met onze verbeteringen hiërarchisch boven de ander te plaatsen. Dat geeft de mens met dementie – en eigenlijk alle mensen – juist een eenzaam gevoel.
We hebben een grote behoefte tot waarheidsvinding, dat is zeer mooi, maar bij dementie niet meer relevant. In de wereld van dementie, ís alles al waar. En wat we vaak vergeten is dat de dingen die we kunnen verbeelden, óok waar zijn, en soms zelfs méér waar. Wat je ervaart is de belangrijkste realiteit die je kent. Als ik jou kwets, dan kan ik dat niet zo bedoeld hebben, maar als het je pijn doet, dan is dat waar, in je binnenste. En het is ook waar in mij, dat ik dat niet zo bedoel. Twee belevingswerelden bestaan daarmee naast elkaar. Als Wil den Exter, moeder van twee zonen en een dochter, in de serie In de Leeuwenhoek trots vertelt dat ze twee zonen heeft en het zo jammer vindt dat ze geen dochter heeft, gaat het er niet om haar te verbeteren. Ook al heeft ze niet lang daarvoor nog liefdevol over haar dochter verteld, en foto's van haar laten zien. Haar realiteit van dat moment weegt altijd zwaarder.
De sterke behoefte aan een gedeelde waarheid vergroot ook de teleurstelling van het verlies. Je bent zelf bij je volle verstand en verbetert de ander zeventien keer, terwijl je ergens weet dat deze persoon niet meer om kan gaan met de informatie die jij geeft, en dat ook niet meer op kan slaan. Dat is een diep pijnpunt. Maar de tragiek is dat we onze naaste met dementie vervolgens isoleren, omdat we geen nederlaag willen lijden in de ogen van een ander. We willen niet voor schut staan. Want bijna geen mens kan, als hij zijn hand uitsteekt, en die hand niet wordt gevangen of per ongeluk wordt genegeerd, met die hand uitgestoken blijven wachten.