'Het beste argument tegen de democratie is een gesprek van vijf minuten met de doorsnee kiezer', zei Winston Churchill ooit. Dat was lang vóór we van Brexit, Trump of fake news hadden gehoord. Maar ook toen al werden mensen massaal misleid – lieten ze zich misleiden – en dus maakt de democraat Churchill hier een raak punt tegen de democratie: dat het bij het zichzelf besturende volk nogal eens ontbreekt aan kennis, verstand en verantwoordelijkheidsgevoel. En dat het zich in plaats daarvan vaak laat leiden door de spreekwoordelijke onderbuik. Met desastreuze gevolgen.
De stem van de onderbuik is niet verstomd, ze lijkt integendeel oorverdovender dan ooit. Ze spreekt tegenwoordig via populistische politici; via Facebook en Twitter; en via de uitslagen van referenda of verkiezingen die we met terugwerkende kracht bestempelen als uitingen van politieke wilsonbekwaamheid en ontoerekeningsvatbaarheid. Verstandiger mensen – ons soort mensen – luisteren niet naar hun onderbuik. Sterker nog: ze lijken niet eens een onderbuik te bezitten. Zij – wij – hebben geen last van haat, minachting, afgunst of wrok. Zij – wij – komen tot oordelen op grond van afgewogen argumentatie en een brede blik. Zij – wij – hebben de feiten paraat, en de kudde ver achter ons.
Speak for yourself, zou ik zeggen. Of kijk liever nog eens kritisch naar jezelf. De vermeende onderklasse heeft niet het patent op de onderbuik. Allemaal maken we zo nu en dan oppervlakkig geïnformeerde keuzes, volgen we leiders ook omdat ze goed klinken en ogen, en wentelen we ons graag in het gelijk van de gelijkgestemden.
Een persoonlijke bekentenis om te beginnen. Door de Stemwijzer in te vullen merkte ik bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen dat ook ik, als iemand die nota bene zijn beroep heeft gemaakt van het nadenken over politiek, kennis van zaken miste bij zeker twintig van de dertig stellingen in de Stemwijzer. Ik informeerde me daarna niet beter en ging wel stemmen. Het goede nieuws is dat mijn volksvertegenwoordiger die kennis wel heeft of weet te vinden. Het slechte nieuws luidt dat mijn keuze voor deze volksvertegenwoordiger gebaseerd is op vertrouwen dat hij primair verwerft via optredens in de media. Ik heb het vermoeden dat ik niet de enige kiezer ben die zo zijn keuzes maakt. Dat is geen ramp voor de democratie - het nodigt wel uit tot bescheidenheid, hoe wijs je ook denkt te zijn.
Tekst loopt door onder afbeelding