De voortekenen waren niet gunstig. Twee maanden eerder was Nederland tijdens een bijeenkomst van regeringsleiders nog ongelofelijk te kakken gezet toen een Nederlandse ontwerpverdragtekst voor een politieke unie vrijwel unaniem werd afgeschoten.'Zwarte maandag’ dreunde nog na toen op maandag en dinsdag 9 en 10 december 1991 in Maastricht de Eurotop werd gehouden.
Het waren ijskoude dagen. Een gure oostenwind blies door de stad. De sfeer was gespannen. Bijna tweeduizend journalisten waren binnengetrokken en legers ambtenaren. Tanks bewaakten de toegangswegen opdat boeren, protesterend tegen slinkende landbouwsubsidies, niet met tractoren de stad lam konden leggen.
Spanning heerste ook in het provinciehuis waar de regeringsleiders bijeen waren die eerste ochtend.
Het lunchuur brak aan. Met strakke gezichten ging het richting Château Neercanne. Premier Lubbers wilde een broodje doen, dan kon worden doorgewerkt, maar Koningin Beatrix, gastvrouwe tijdens de lunch, dacht daar heel anders over.
'We hadden een champagne-aperitief in de wijnkelder,' zegt toenmalig (en huidig) restaurantdirecteur Peter Harkema. 'Daar hebben de regeringsleiders een handtekening gezet. Daarna ging het aan tafel.'
Weken tevoren werd geoefend met motorescortes, er werd proefgegeten. Niets werd aan het toeval over gelaten. ‘Een monteur stond standby mocht de pomp waarmee we ons bronwater bovenhaalden het begeven. De chef-kok van de koningin waakte dat niets vreemds passeerde, een gek iets in het eten gooide bijvoorbeeld. Meubilair en servies waren overgebracht uit het paleis. Lakeien in livrei dienden op.’
Ook Mitterand bracht een hele hofhouding mee, herinnert Harkema zich, met meerdere lijfartsen en twee ambulances die permanent klaar stonden; 'en dat voor een hapje eten.' Wie weet vreesde de president die ene gek of wist hij van een voorgaande Eurotop in Maastricht, in 1981, toen tientallen gasten tijdens het slotbuffet salmonellavergiftiging opliepen dankzij een aardappelsalade die dagenlang in de fietsenkelder van het stadskantoor buiten de koelkast had liggen broeien.
De lunch liep behoorlijk uit. 'Ze kwamen stil binnen,’ zegt Harkema, 'maar toen ze vertrokken was het een en al jolijt. Vooral Kohl was luidruchtig, die had een lekker glaasje gedronken.' Tijdens die lunch was het ijs gebroken, zo werd later gezegd, Château Neercanne was de kraamkamer van de Euro.
En het menu? In den beginne was er gebakken kreeftenstaart, dan fazantborst, witlof en aardappelsoesjes, afgespoeld met een witte Chardonnay de L’aude 1990 en een rode Château Montrose 1978, St Estèphe – geen slobberwijntjes. Het dessert: 'Mandarin Charlotte'– pudding met lange vingers en mandarijn.
Die mandarijnen vanwege het oranje, zegt Harkema, maar nee, aan Spaanse paella of Portugese sardine is niet gedacht, en ook niet aan boerenkool trouwens. En dat is misschien maar beter ook. ‘Als boerenkool met worst op het menu had gestaan, tja, dan was de top wellicht mislukt, en hadden we nu nog met guldens betaald.’