Sinds vier maanden woont Joris Luyendijk weer in Nederland en dat bevalt hem goed. 'Mensen hier zijn zoveel liever voor elkaar', schrijft hij op zijn Twitteraccount. Toch heeft de antropoloog wel wat aan te merken. 'Wat ik wel echt mis: helder gearticuleerde, analytische scherpte'.
Joris Luyendijk verzorgde de Socrateslezing 2017. We vroegen hem een kritische blik te werpen op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die volgend jaar 70 jaar bestaat. Dat hebben we geweten.
Aan analytische scherpte is echter geen gebrek wanneer hij op een druilerige maandagavond op het podium staat van het Nationele Theater in Den Haag. In de zaal zitten bijna alleen witte mensen, veel van een wat oudere leeftijd en bij het vragenrondje blijkt het leeuwendeel hoogopgeleid. Of zoals Luyendijk tegen een wat tegensputterende vrouw uit het publiek opmerkt: 'Je zit op maandagavond in het Nationale Theater te luisteren naar een lezing over mensenrechten. Dan ben je onderdeel van de elite.'
Luyendijk verzorgt dit jaar de Socrateslezing van het Humanistisch Verbond, waarin hij commentaar geeft op maatschappelijke ontwikkelingen vanuit een humanistisch perspectief.
Tekst loopt door onder video
Joris Luyendijk
Cultureel antropoloog Joris Luyendijk werpt in de Socrateslezing een kritische blik op de universaliteit van de Mensenrechtenverklaring, die volgend jaar zeventig jaar bestaat. Volgens Luyendijk is het bewierroken van een document uit 1948 niet de weg vooruit. 'Organisaties die zich rondom de verklaring hebben gegroepeerd zijn vaak grijs en gesubsidieerd. De energie zit veel meer op rechts.'
In zijn lezing zet Luyendijk vraagtekens bij de universaliteit van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), die werd getekend op 10 december 1948. Precies acht dagen later, bijvoorbeeld, voerde Nederland de tweede "politionele actie" in Indonesië uit, waarbij vier jaar lang ieder kwartier iemand de dood vond. 'Kennelijk waren dat twee totaal verschillende werkelijkheden', aldus Luyendijk. 'Waar waren de humanisten?'
Ook toen in de jaren tachtig de massa-immigratie van buiten Europa op gang kwam, is volgens Luyendijk niet goed nagedacht over wat de overtuigingen van immigranten zouden betekenen voor het hier bewierrookte gelijkwaardigheidsideaal. 'De waarden en normen die het grootste deel van de immigranten uit Azië en Afrika huldigen, staan haaks op de mensenrechtenverklaring. De aanhangers van de mensenrechtenverklaring hebben eigenlijk hun eigen tegenstanders geïmporteerd.' De blanke Nederlander wilde na de Tweede Wereldoorlog vooral aan zichzelf laten zien dat hij nog deugde en had weinig oog voor de waarden van immigranten.
Kortom, de mensenrechten worden universeel genoemd, maar representeren eigenlijk de westerse normen en waarden. Dat wil zeggen: de normen en waarden van de westerse elite. Want naar andere bevolksingsgroepen is volgens Luyendijk slecht geluisterd. 'Met name hoogopgeleiden met een fijne baan kunnen zich ontzettend moeilijk inleven omdat ze zo'n zorgeloos leventje hebben. Die hebben geen weet van de mate van armoede in Nederland. Of de manier waarop de EU een hoop mensen hun baan heeft gekost. Of hoe de vluchtelingencrisis eruit ziet als je al jaren wacht op een woning.'
'Kom uit je bubbel!', is dan ook een van de centrale boodschappen van de avond. En wees ook solidair met mensen buiten je bubbel. 'Het probleem is niet dat er een elite is. Omarm dat je onderdeel van de elite bent', besluit Luyendijk aan het eind van de avond. 'Het probleem is dat de bevolking zich niet meer beschermd voelt door de elite.'