Als jonge documentairemaker heb ik veel vragen over het makerschap. Op evenementen als het Nederlands Film Festival en IDFA wordt mijn enthousiasme over mijn vakgebied flink gevoed. Er wordt gestrooid met prijswinnende documentaires, creatieve uitbarstingen van regisseurs die met een crew bloed, zweet en tranen tot de DEF versie van een documentaire zijn uitgekomen. Ik applaudisseer voor de mensen op wie ik ook jaloers ben, juist om het applaus. Op een dag sta ik daar hopelijk ook. Maar nu is het nog even anders. Midden in mijn opleiding en net begonnen aan mijn eerste stage.
Als stagiair op de redactie van Human kom je veel nieuwe dingen tegen, waaronder tot mijn geluk zeer ervaren documentairemakers. De brandende vragen die ik heb over het makerschap vuur ik voorzichtig af op het onwetende doelwit: regisseur en documentairemaker Kees Vlaanderen, bekend van De kleine oorlog van boer Kok (2010, winnaar van De Tegel) Het is uw land (2014, winnaar van Prix Europa) en Cellenblok K (2008).
Stagiair Evan loopt een redactionele stage bij Human. Hij wil documentairemaker worden en zoekt uit hoe je dat doet.
Moet je zelf veel documentaires gezien hebben om een goede documentairemaker te worden?
‘Het is wel een gemis als je niet veel gezien hebt. Het helpt je om te ontdekken wat je mooi en waardevol vindt, wat je raakt en welke vormen er mogelijk zijn om een verhaal te vertellen.’
Is er een recept voor een goedwerkende documentaire?
‘Een spannende arena helpt. Als je een plek hebt waar niet veel mensen geweest zijn, zoals een vluchtelingenkamp of een gevangenis, trekt dat automatisch de aandacht. Maar het kan ook een intieme arena zijn, die ogenschijnlijk alledaags is en toch bijzonder blijkt te zijn. Zie het als een reis naar een wereld die je nog niet kent. Daarnaast helpt het als je hoofdpersonen hebt die je kan volgen in hun ontwikkeling, of die nou groot of klein is. Je hoeft je hoofdpersoon niet sympathiek te vinden, maar je moet wel met iemand mee kunnen gaan. Het is precies de juiste balans tussen betrokkenheid en distantie waar je naar op zoek moet.’
Kies jij een duidelijk standpunt tijdens het maken van een documentaire?
‘Het is belangrijk om een heldere focus te hebben van waaruit je je verhaal vertelt. Maar dat is iets anders dan een standpunt. Ik vind het belangrijk om in een documentaire het oordeel uit te stellen en je publiek te verleiden om datzelfde te doen. We leven met sociale media steeds meer in een cultuur van snelle oordelen en oppervlakkige meningen. Een documentaire geeft je een ervaring mee en inzicht in de menselijke conditie. Ik laat zien wat gebeurt en vermijd een kant in te kiezen. Met mijn documentairestijl wil ik het oordelen juist complex maken.’
In Het Uiterste Middel (2015) liep Vlaanderen mee met de medewerkers van een detentiecentrum. Voor het eerst gaf het ministerie van Veiligheid en Justitie toestemming om maandenlang te filmen in een centrum in Rotterdam. Vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven, worden hier opgesloten tot ze worden uitgezet. De film geeft een onthullende inkijk in het dagelijks leven in het detentiecentrum en doorbreekt vele ingesleten clichés in de beeldvorming over vreemdelingenbewaring.
‘Een oordeel wordt heel moeilijk op het moment dat je de ander hebt leren kennen. Zoals in Het Uiterste Middel, voorheen zouden mensen misschien zeggen: “Stuur al die vluchtelingen het land maar uit.” Na het kijken zouden ze kunnen denken: “Goh, die mensen hebben het niet zo makkelijk. Kunnen we helpen?”. Of omgekeerd: “Heel sneu, maar het is niet anders. Ze moeten weg.” Als documentairemaker ben ik er om het oordelen moeilijk te maken. Het moet pijn doen om te oordelen over anderen – hoe onvermijdelijk dat soms wellicht ook is.’
Ik prijs mensen vaak omdat ze hele duidelijke meningen hebben, maar zelf heb ik dat nog niet altijd. Is het erg dat ik tijd nodig heb voor ik een antwoord heb?
Er valt een stilte van twee minuten. Kees kijkt bedenkelijk en mompelt: ‘Ik vind het helemaal niet erg dat je tijd nodig hebt voordat je een duidelijke mening of een antwoord hebt. Integendeel! Hele duidelijke meningen helpen ons zelden verder. Het voordeel van de twijfel vind ik een beter credo. En dat is wat ik met het vertellen van verhalen zou willen veroorzaken.’
Wat moet je in huis hebben om een goede documentairemaker te worden?
‘Nu kom ik weer terug bij betrokkenheid en distantie. Die moet je allebei hebben. Je moet je kunnen inleven en je hebt een analytische geest nodig. Ook tegenover je hoofdpersoon: je moet op een liefdevolle manier ook "wreed" kunnen zijn. Met de hoofdpersoon trek je op, maar je moet goed zorgen dat je een zekere afstand behoudt. Je maakt niet een mooi portret waarmee de hoofdpersoon per se blij moet zijn. Je wil een documentaire maken met de visie die jij als maker hebt. Daarvoor is het nodig dat je het vertrouwen van je hoofdpersonen wint en dat vertrouwen moet oprecht zijn. Je moet aan je hoofdpersoon laten zien dat je geen vooropgezette mening hebt, maar dat je bereid bent om de situatie te onderzoeken. Jij maakt duidelijk dat je hem niet zal naaien in een akelige montage. Andersom moet hij of zij beloven jou niet te naaien door de regie over te willen nemen of door zich plotseling terug te trekken op momenten die belangrijk zijn. Het helpt als je dat vooraf goed kunt bespreken, hoewel dat niet altijd lukt. Het is fijn om erover gesproken te hebben, ook om verkeerde verwachtingen en wroeging te voorkomen. Overigens blijf je verantwoordelijkheid houden voor de mensen die hun ervaringen met jou delen en zich kwetsbaar maken.’