"Wat zou je ervan vinden als de scholen weer opengaan?", vroeg ik aan mijn kinderen. Daarop hadden ze allebei een heel eigen antwoord. De oudste (brugklasser) kan niet wachten tot hij weer naar school mag. Dat heeft niets te maken met onderwijs, en alles met het sociale leven daaromheen. Zijn vrienden, de vrijheid, weg bij zijn ouders en het benauwende sfeer van het gezin: hij snákt ernaar. Ik kan me dat levendig voorstellen.
Het doet me denken aan de zondagmiddagen van vroeger. Uhhhh..., zondagmiddag duurde altijd zó lang. Er was niks te doen, je kon met goed fatsoen nergens heen, want iedereen bracht die zondag met z’n familie door, en het was een kwestie van de tijd uitzitten met de rest van het gezin. Totale verveling.
Tot een week of vijf geleden hoorde ik regelmatig pedagogen verzuchten dat de kinderen van nu zich niet meer vervelen. Dat ze altijd en overal afleiding hebben met hun mobiele telefoons. En dat het goed zou zijn als ze zich eens wat meer zouden vervelen, omdat het juist heel heilzaam is. Nietzsche noemde verveling niet voor niets "windstilte van de ziel"; die rust ligt aan de basis van nieuwe ideeën en van creativiteit.
Tekst gaat hieronder verder