Toen de kinderen klein waren, hadden we tijdens het eten een favoriet spelletje: Gegroeid of gemaakt? Ik had eens gelezen dat stadskinderen dachten dat witte koeien melk gaven, en bruine koeien chocomel, dus dit leek me een aardige manier om onze kleine Amsterdammertjes iets bij te brengen over de herkomst van de spullen op de eettafel.
Het begon eenvoudig: Een komkommer: gegroeid of gemaakt? Appelsap? Een voorleesboek? De kaasfondue? De grondwet? Het Vondelpark? Jijzelf? Ook al was het vaak een combinatie van twee processen, en moesten we even steggelen wat nu de overhand had, we kwamen toch altijd wel tot gezamenlijke conclusie over in welke categorie het ‘ding’ het beste paste.
Maar nu het coronavirus: gegroeid of gemaakt? Gemaakt! zegt Trump, in een heel bepaald laboratorium in China, en ik heb bewijs. Gegroeid, dat lijkt veel waarschijnlijker. Ergens in een vleermuis en overgesprongen via een schubdier naar de mens. Maar is dat wel groeien? Een virus kan niet groeien, hooguit muteren of overspringen.