In deze maanden van veel thuiszitten, weinig werk en het vooruitzicht dat dit in ‘het nieuwe normaal’ nog wel even zo zal blijven, ben ik nog steeds op zoek naar een duurzaam nieuw ritme. Vooral ’s avonds verveel ik me nogal snel, als ik eerlijk ben. Dan zit ik me bij wijze van spreken “voor ’t vensterglas onnoemelijk te vervelen en wou ‘k dat ik twee mensen was, dan kon ik samen spelen”, om maar eens een rijmpje te parafraseren van Michel van der Plas.
Wellicht ten overvloede: Van der Plas was een schrijver en dichter die leefde van 1927 tot 2013, auteur van talloze beroemde liedjes en sketches van onder meer Frans Halsema en Wim Sonneveld, cabaretiers uit de vorige eeuw. Corona nodigt uit tot nostalgie naar een goede oude tijd.
De titel van dat gedichtje is Spleen, wat zoveel betekent als een licht gevoel van depressiviteit of landerigheid. Een woord dat het wat mij betreft zou verdienen te worden toegelaten tot het Gezelschap van Geadopteerde Vergeetwoorden van het radioprogramma De Taalstaat van Frits Spits.