Wat schrijver Stephan Sanders betreft zijn we met de opkomst van de 'woke-cultuur' weer terug bij het begin van de jaren zestig, toen de leraar en de dominee nog bepaalden wat er wel en niet gezegd en gedaan mocht worden. "We zijn ongelofelijk gevoelig geworden voor wat volgens bepaalde groepen 'juist' is. Onze interne moralisering heeft plaats gemaakt voor externe moralisering."

Met zijn achtergrond in de filosofie en de politieke wetenschap schrijft Stephan Sanders (1961), onder meer voor NRC en De Groene Amsterdammer, geregeld over onszelf. Over onze identiteit, over welke normen we elkaar opleggen in ons voortdurende streven ergens bij te horen. Zo ook eerder dit jaar, toen hij in een column schreef geschrokken te zijn van de angstvalligheid en voorzichtigheid van jonge mensen om hem heen.

Waar ging dat over? "Bang zijn voor fouten, voor het maken van een misstap – het is endemisch geworden," schreef hij. "Want één verkeerde opmerking en je ligt eruit." Hoe onzeker zijn we geworden over het oordeel van de ander? En is die angst voor het maken van misstappen misschien ook ergens terecht?

Tekst gaat door onder de afbeelding

Daan Roovers, Stephan Sanders, Clairy Polak, Sanne Blauw en Stef Aupers spreken met elkaar over onzekerheid in de tweede aflevering van Het Filosofisch Kwintet.

We spreken Sanders aan de keukentafel van zijn appartement in Amsterdam. "Freud had het over ons superego, het intrinsieke, psychische mechanisme in ons hoofd dat het beeld van ons ideale zelf bepaalt. Een soort gewetensfunctie van het menselijk brein, alsof onze vader of moeder in ons hoofd meespreekt. Sinds die hele woke-cultuur is dat heel extern geworden."

Daarmee zijn waarden als die van de antiracisme-, MeToo- of vrouwenbewegingen voorschriften geworden, aldus Sanders. "Externe moralisering heeft het overgenomen van interne moralisering. We zijn weer terug bij begin jaren zestig, toen externe moralisering kwam van de leraar, de priester of de dominee. Als die zei dat je iets niet mocht doen, dan deed je dat maar niet. Ter vergelijking: toen ik eind jaren zeventig op de middelbare school zat, was wat de leraar zei per definitie niet waar."

Beangstigd is hij niet, verbaasd wel. Begrijp Sanders niet verkeerd: "Mensen willen ergens bij horen. Ik ook. Maar het idee dat er zomaar een groep is die zegt: dit is zoals je je hoort te gedragen, dit is oké of woke of correct, alleen dan hoor je bij ons en alleen zo mag je misschien bij ons op gesprek komen… Ik zie er wel goede kanten aan zitten, maar ik ben er heel verbaasd over."

Is het grote verschil niet dat er begin jaren zestig nog echt een autoriteit was en dat wij nu die autoriteit vooral zelf zijn? Leggen burgers elkaar onderling geen dogma's op?

"Het begint te lijken op een DDR-achtige samenleving, met burgers die elkaar in de gaten houden. De staat hoeft dat niet meer te doen. Ik zie de onderlinge controle onder studenten gewoon toenemen. Laatst gaf ik een les aan jonge leiders in debatcentrum De Balie in Amsterdam. Ik had ze de opdracht gegeven in vertrouwen iets op te schrijven wat ze nooit zouden opschrijven, omdat het eigenlijk niet hoort.

De moeite die dat kostte om er iets uit te krijgen wat een beetje onfatsoenlijk was. Ze zeiden allemaal heel brave dingen. Het kwam er eigenlijk allemaal op neer dat het nog veel woker moest. Waarop ik zei: 'Maar dat vinden ál je vrienden al. Wat is nou iets wat je nooit durft te zeggen?' Dat kostte heel veel moeite, omdat ze er überhaupt niet bij kunnen of durven komen. Dat vond ik heel gek."

Want je bent ervan overtuigd dat dat er wel altijd in zit bij iedereen?

"Dat denk ik. Je hebt toch altijd wel zo'n verloren moment dat je denkt: ach, flikker toch op met al die flikkers. Dat denk ik wel eens. Niet de hele dag, maar wel eens. Het is ook niet dat dat je diepste waarheid is, maar als je überhaupt niet meer bij die laag kan komen…"

Hoe heeft dat met onzekerheid te maken?

"Ik denk dat normen tegenwoordig heel snel veranderen, wat onzeker maakt. In een veel klassiekere houding tussen leraar en leerling, staat en burger of gezagsdrager en onderdaan, is er een vastgesteld aantal normen die je moet opvolgen. Als je daar tegenin gaat, weet je dat je provoceert.

Dat is waarom provo’s zo succesvol waren, omdat ze met een hele minimale inspanning het gezag konden tarten. Kranten uitdelen, witte broeken dragen, lang haar hebben, op witte fietsen rijden. Allemaal dingen die niet zo verschrikkelijk waren, maar kennelijk al wel voldoende om rimpelingen in de gezagsverhoudingen te veroorzaken."

Tekst gaat door onder de banner

Dan heb je het nog over verschuivende normen gedurende generaties. Die jonge leiders in De Balie hadden al moeite om van de huidige norm af te wijken.

"Maar ook die verschuift zo ongeveer met de dag. Dat maakt het zo ingewikkeld. Er is ook iets wat in mij verandert. Laatst stond er in de Volkskrant een brief van een vrouw die bang was dat met de komst van Baudet discriminatie zou toenemen. Ze schreef: '...en u moet weten, wij hebben twee halfbloedjes geadopteerd...'

Toen dacht ik: dat vind ik heel naar gezegd. Terwijl ik mezelf de eerste twintig jaar van mijn leven eigenlijk altijd ironisch halfbloedje of mislukte neger noemde. Wat die vrouw zei, vond ik nu dus naar. Dat is echt de tijdsgeest. Als ik dat al heb, hebben de twintigers van nu dat al helemaal."

Hoe komt het dat we steeds meer die moraal buiten onszelf zijn gaan zoeken?

"Er is al heel lang geen gezagsverhouding meer, we leven in onderhandelingshuishoudens. Vader, moeder en kinderen onderhandelen over wat ze dit weekend gaan doen, wat ze gaan eten en of ze een hond nemen of misschien wel twee. Dat is al een halve eeuw zo in bijna alle gezinnen, maar dat geldt voor alles. Als je niet meer een duidelijk meetpunt of duidelijke gezagsnorm hebt, dan moet dus alles bediscussieerd worden en is het heel moeilijk om te zien welk groep nu het meeste recht van spreken heeft, waar je dat gezag aan kun ontlenen."

Tekst gaat door onder de banner

"Tegelijkertijd wordt onder invloed van sociale media onze statusgevoeligheid steeds groter. Dat gaat over of we wel woke genoeg zijn, of we mee mogen doen, of we de tekenen des tijds verstaan. Statusangst, het verlies van status, wordt groter naarmate mensen steeds meer een publieke status krijgen. Mensen om mij heen zijn zo ongelooflijk geobsedeerd met wat er over hen gezegd wordt. Niet door vrienden of collega’s, maar op Twitter, in een losse flodder. Ik denk dat dat een hele labiele identiteit is die steeds onzekerder maakt."

Is dat terechte onzekerheid of schijnonzekerheid?

"Voor mijn gevoel is het meer schijnonzekerheid. Echte onzekerheid is twijfel bij jezelf, twijfel aan je eigen standpunten, terwijl dit veel meer gaat over schaamte. Schaamte is het gevoel dat je minderwaardig bent in de ogen van anderen. Er is een enorme angst voor die sociale schaamte. Schaamte zou je als volgt kunnen definiëren: je maakt deel uit van een groep, je hebt iets fout gedaan, die groep vindt jou waardeloos en het ergste is: jij vindt jezelf ook waardeloos. Dat is schaamte, een heel akelig gevoel.

Ik denk dat die schaamte enorm is toegenomen.  Bij schuld kun je nog actie ondernemen en om vergeving vragen, maar bij schaamte wordt dat al lastiger. We zouden veel meer met die schaamte bezig moeten zijn. 'De schaamte voorbij' is een heel slecht idee. We moeten die schaamte aankijken, onder ogen zien, erachter komen hoe het komt dat we zo afhankelijk zijn van die groep. Kunnen we nog wel bestaan zonder die groep?

Er wordt te snel gezegd: schaamte is taboe, het moet weg. Maar schaamte is juist een richtingaanwijzer. Het vraagt om individueel onderzoek, niet om groepsonderzoek. Wat wij doen via de schaamte is ons meteen weer conformeren aan de groep, zodat we weer worden opgenomen in de groep. Vaak moet je dan nog een offer brengen, moet je extra hard roepen dat zwarte piet op zijn gezicht moet worden getrapt. Schaamte is nu een emotie die verlamt, ik zou het een richtinggevende emotie willen maken."

Tekst gaat door onder de foto

Stephan Sanders: "Schaamte is nu een emotie die verlamt, ik zou het een richtinggevende emotie willen maken."

Schaamte functioneel maken dus. Is dat ook niet de kunst met onze onzekerheid?

"Ja, maar ik snap heel goed dat ik makkelijk praten heb. Het is namelijk mijn werk om hierover na te denken. Als je leraar bent is het misschien helemaal niet zo handig om iedere keer weer volledig naar je onzekerheid af te dalen. Maar als je schaamtegevoelens ervaart, betekent dat eigenlijk dat je heel erg gevoelig bent voor een externe autoriteit, voor een groep waar je bij wil horen. Dan kan het geen kwaad om te kijken waarom je zo graag bij die groep wil horen. En of die voorwaarden die die groep stelt wel enigszins in overeenstemming zijn met die van jou."

Snap je wel waar het vandaan komt?

"Ik snap het wel, want dan ben je namelijk trouw lid, en word je niet uitgesloten of beschaamd. Dat is natuurlijk wat je probeert te voorkomen. Maar als je koste wat kost beschaming probeert te voorkomen, kan dat ook ten koste gaan van jezelf. Ook de samenleving wordt er zoveel angstiger op, beverig zelfs. Wat ik vertelde over die jonge leiders in De Balie, dat ze zo bang zijn om niet helemaal comme il faut te zijn. Dan denk ik: dat is toch juist leuk?"

Godschaamte

In september 2021 verschijnt het nieuwe boek van Stephan Sanders, Godschaamte (Uitgeverij Van Oorschot). Over zijn eigen zoektocht naar God, terwijl de schaamte meekijkt over zijn schouders.

Het Filosofisch Kwintet over Onzekerheid

Kijk aflevering 2: Hoe kijken we naar elkaar?

Stephan Sanders praat bij Het Filosofisch Kwintet verder over onzekerheid in onze omgang met elkaar, met econometrist Sanne Blauw, socioloog Stef Aupers en filosoof Daan Roovers.

Lees meer over de aflevering en kijk 'm hier terug

Klik verder