Grote talenten en gewaardeerde politici verlaten de arena. Wat doet het met het functioneren van de democratie als deze talenten vertrekken en de volksvertegenwoordiging geheugen en ervaring verliest?
HUMAN en De Haaien onderzoeken deze ontwikkeling en vergelijken de situatie in Den Haag met die in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Zijn daar ook zo veel parlementariërs die terugtreden en zich niet herkiesbaar stellen? Bijvoorbeeld omdat ze de belasting van het bijzondere ambt waar ze voor verkozen zijn, te zwaar vinden? Of omdat hun Kamerwerk niet combineerbaar is met hun privéleven? Zijn burn-out en stress ook in de parlementen over de grens aan de orde van de dag? Of hebben ze er daar veel minder last van?
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de kwaliteit van ons parlement? Is het wereldwijde populisme de oorzaak van deze leegloop of juist het gevolg?