In 1517 richt Erasmus in Leuven het Drietalencollege op, dat zich specialiseert in voorchristelijke teksten in het Latijn, Grieks en Hebreeuws. Een unicum. Veel theologen vinden het ketterij.
Erasmus is een gelovig man, maar van dogmatisme moet hij niets hebben. Hij probeert humanisme en religie te verbinden. Met satire en spot vecht hij tegen misstanden in de kerk. In zijn ‘Lof der Zotheid’ neemt hij de kerkelijke autoriteiten op de hak. Maar ook kooplieden, vorsten en wetenschappers moeten er in zijn beroemde werk aan geloven.
Erasmus sterft op 12 juli 1536 in Bazel. Zijn laatste woorden zijn “lieve God”.
Gastspreker in deze aflevering is Matthijs van Boxsel, schrijver van o.a. de ‘Encyclopedie van de Domheid’, een moderne ‘Lof der Zotheid’.
Reportage: Gouda en Rotterdam – een Erasmus-tour
In de reportage van Ayfer Ergün lezen Esther Wit en Lennart van der Linde hun brieven aan Erasmus voor, zoals Erasmus zelf ook graag brieven schreef.
Verder komen Gré Ploeg, directeur van het Erasmushuis Rotterdam, en Maurits Tompot, koster van de St-Janskerk in Gouda en auteur van de roman ‘Het Geheim van Erasmus’ aan het woord. Beiden zetten zich in voor verspreiding van Erasmus’ gedachtegoed. Onder meer benadrukken zij het belang van de zestiende-eeuwse theoloog/filosoof voor onze moderne tijd.
Maurits Tompot: "Erasmus maakte van meet af aan al gebruik van het nieuwe medium, de boekdrukkunst. Als hij nu geleefd zou hebben zou hij zeker Facebook, Twitter en Hyves hebben gebruikt."
Gré Ploeg ziet Erasmus meer als cabaretier. "Hij was een meester in het met humor verpakken van zijn boodschap. Dat was zijn kracht. En ook de reden dat hij niet, zoals veel van zijn tijdgenoten, werd onthoofd. Als hij nu geleefd zou hebben, dan zou hij de beste cabaretier van Europa zijn. Daar is Theo Maassen niks bij."