De wereld van jongeren lijkt voor veel volwassenen afgesloten. Jongeren zoeken ook afzondering van volwassenen. In slaapkamers, op rondhangplekken en – om maar een archaïsche term te gebruiken – in cyberspace. Ouders maken zich zorgen dat hun dochters verleid worden zich uit te kleden voor de camera, of overgehaald worden om naaktfoto’s te delen. ‘Verleid’ en ‘overgehaald’ zijn bewust gekozen woorden hier: meisjes worden gezien als onschuldig. De seksualisering komt van buiten. De angst gaat niet alleen over dat seksueel worden of zijn, maar ook, of juist, over de reputatie. Stel je voor dat beelden uitlekken? Dan is mijn prinses ineens de hoer van de school!
In plaats van zich te verdiepen in de mechanismen van jongerencultuur, wordt de verbodskaart getrokken: niet doen! Beter zie je van sexting af, is de boodschap, beter vertrouw je niemand. Slachtoffers van het doorsturen van sexy materiaal krijgen de schuld: had je maar niet! Het is het korte-rokjes-verhaal: dat is toch uitlokking! En hoewel jongeren een eigen cultuur hebben los van volwassenen, nemen jongeren de normen van ouderen wel over. In de volwassen cultuur worden vrouwen nog maar al te vaak verantwoordelijk gehouden voor de misstappen van mannen, zoals we ook zagen in de reacties op Patricia Paay en #metoo. De slutshaming – of sletvrees – uit onze alledaagse cultuur geldt ook keihard onder jongeren. Nog harder zelfs, want pubers beleven alles nu eenmaal intenser.
Vanaf de jaren ’70 wordt er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar meisjescultuur. Studies laten keer op keer zien hoe meisjes worstelen met sletvrees. Vanaf jonge leeftijd leren ze dat ze op hun uiterlijk beoordeeld worden. Ze moeten sexy zijn, maar mogen tegelijkertijd niet seksueel zijn. Voor meisjes bestaat geen acceptabele seksualiteit: je kan ‘slet’ genoemd worden als je toenadering tot jongens zoekt, maar ook als je ze afwijst. Zulk schelden met ‘hoer’ is een vorm van disciplinering: bedoeld om specifiek gedrag te corrigeren dan wel te bewerkstelligen. De angst ervoor leidt tot aanpassing van de eigen handelswijze: bepaalde plekken ontwijken en bepaalde gedragingen mijden. Zij die de grenzen overschrijden, worden juist door meisjes zelf meedogenloos afgestraft, met het machtigste wapen uit het meisjesarsenaal: roddel.
‘Beter vertrouw je niemand’ is een idiote waarschuwing. Juist in de puberteit, als je los probeert te komen van je ouders, plaats je je vertrouwen in je leeftijdsgenoten. Je vertrouwt je vaste verkering en je vertrouwt je beste vrienden. Gelukkig maar. Onder meisjes is het tonen van vertrouwen zelfs cruciaal voor het voortbestaan van de vriendschap. Zo delen jonge tienermeisjes met elkaar hun wachtwoorden: bewijs dat ze het waard zijn.
Die vriendschap tussen tienermeisjes is intens. Ze gelijkt een verliefdheid, maar kan ineens omslaan in hevige animositeit. Het zal niet verbazen dat de doodzonde die dat teweeg kan brengen het beschamen van vertrouwen is. Dat was letterlijk het geval bij Joyce en Polly: de ruzie was zo heftig dat Polly haar voormalige vriendin dood wilde hebben. Of eigenlijk: ze wilde haar de mond snoeren omdat ze bang was voor de sociale schade door roddel over seksueel gedrag. Zulke verlangens zijn geen uitzonderlijk incident en we moeten dit niet onderschatten.
Joyce vond niet de dood dankzij Facebook, maar ook niet dankzij meidenvenijn. Het was Jinhua die het mes in haar stak, en Jinhua was geen gewone jongen. Hij werd gediagnosticeerd met een psychopathische persoonlijkheidsstoornis en werd dan ook verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. Hoewel jongeren emoties intens beleven en sociale afwijzing echt voelt alsof de wereld vergaat, komt het doorgaans goed. Voor moord en zelfmoord is meer nodig dan de ingrediënten van alledaagse jeugdcultuur. Een instabiele thuissituatie bijvoorbeeld, of stoornissen in de persoonlijkheid.
Dit is het terrein waarop we onze aandacht moeten richten: welke jongeren zijn kwetsbaar, welke jongeren hebben onze hulp nodig? De constante bezuinigingen op jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg zijn vele malen gevaarlijker voor het welzijn van de jeugd dan technologische innovaties.
Media helpen jongeren bij het experimenteren met volwassen cultuur: door via boeken of games emoties van anderen te ervaren, door seksuele danspasjes of poses uit te proberen. Hoe om te gaan met seks, seksualiteit en media is nooit een individueel dilemma, maar het resultaat van een complexe balanceringsact. Er zijn allerlei maatschappelijke verwachtingen over hoe je je hoort te gedragen, en die moet je in evenwicht zien te houden met de verwachtingen van je vrienden en die van je ouders. Die verwachtingen zijn soms tegenstrijdig en dat balanceren is een lastige klus. Voor volwassenen is de les dat de media weliswaar nieuw zijn, maar het balanceren niet.