Boer Bote de Boer uit Tjerkwerd in Súdwest-Fryslân kijkt ieder jaar uit naar de komst van de grutto. In heel Friesland laat deze weidevogel zich nauwelijks nog zien, maar bij hem blijft hij komen, in groten getale zelfs. Ook dit jaar is alles klaar voor de komst van de grutto: de plasdrassen zijn aangelegd en het weidegras zit bomvol kruiden en insecten.
De boerderij van de familie wordt ook wel de laatste parel van Friesland genoemd, een vogelparadijs. Bote wordt geroemd om zijn zorgen voor de weidevogels, maar zijn zonen geven er weinig om. Bij hen komen de koeien op de eerste plaats. Dat ouderwetse weidegras mag dan goed zijn voor weidevogels, de koeien presteren er niet zo goed op. En dat zouden ze graag anders zien.
Terwijl de familie probeert te overleven, geldt hetzelfde voor de grutto's op hun land. Astrid, Bote’s vrouw, gunt haar man zijn vogels. Als ze met zijn tweeën waren, mocht hij van haar zijn gang gaan. Maar ze zijn niet met zijn tweeën, ze hebben vijf kinderen. De oudste zonen willen de boerderij graag overnemen, maar dan moet er nog wel een boerderij om over te nemen zijn.