‘Ik speel niet echt een sympathieke rol’, lacht Schimmelpenninck verontschuldigend. In Denktank zoeken tieners, onder leiding van filosoof Stine Jensen, naar oplossingen voor wereldproblemen. Om de vier leden uit te leggen hoe welvaart in Nederland verdeeld is, doet de hoofdredacteur van Quote een spel met de kinderen. De vijf beginnen ieder met zestig euro, maar al gauw loopt de Nederlandse Iris flink voor op haar mede-Denktankers met niet-Nederlandse achtergrond. De reden: haar ouders zijn welgesteld, kunnen haar geld lenen om een eigen bedrijf te starten én ze ontvangt een erfenis van haar oma. ‘Het is vervelend, maar in Nederland zit het meeste geld bij de autochtonen,’ legt Schimmelpenninck uit.
Het experiment gaat verder. Adil moet geld inleveren. Hij wordt ziek en kan nog maar een paar dagen per week werken. Bij het rondje belasting betalen, moet Iris weliswaar het diepst in de buidel tasten, maar aan het eind van de rit heeft ze toch flink meer geld dan de rest. ‘Niet echt eerlijk’, vindt Denktanker Adam. Ook Iris voelt zich wat ongemakkelijk bij de situatie.
‘Echt leren hoe geld werkt, dat doen we niet echt op school’, vindt Schimmelpenninck. ‘Terwijl het wel heel belangrijk is om een maatschappijvisie te ontwikkelen. Als je één ding leert van deze serie, dan is het dat zowel rijkdom als armoede van ouder op kind wordt doorgegeven. Als je dat wil veranderen moet je goed onderwijs geven.’
Tekst loopt door onder de afbeelding.