Waarin verschilt het spelen van in De Vloer Op van spelen in ander toneel?
‘Improviseren is een hele andere feel. Dat ligt niet iedere acteur, daar moet je echt van houden: om tijdens het spelen ook nog na te denken over een goed begin, midden en eind van een scène. Dat vind ik heel leuk om te doen, om tijdens het spelen een extra oog te hebben voor wat je nog in een spel kunt gooien. Ik vind dat een hele leuke spanning om mezelf te verliezen in het moment en er toch een goede scène van te maken met de mede acteur, door me af te vragen: wat biedt de andere acteur mij aan? Je voelt wel als je de hele tijd in dezelfde loop zit. Dan ga ik zoeken hoe we eruit komen. Maar in principe doe je dat met elkaar door vertrouwen te hebben in Peter de Baan (de regisseur), omdat hij een slecht moment of minder goede scène eruit haalt. Daardoor kan ik met volle overgave gaan improviseren, waardoor ik mezelf ook kan verassen. Dat vertrouwen is wel heel belangrijk.’
Wat is de rol van het publiek tijdens het improviseren?
‘Ik probeer het publiek zo min mogelijk mee te nemen, om mezelf als actrice niet als comedy actrice in te zetten. Dan ga je die reactie zoeken van het publiek en dat wil ik eigenlijk liever niet. De camera registreert iets anders dan wat je in de zaal ziet, dus je moet niet op zoek gaan naar bevestiging van het publiek. Ik ben me natuurlijk wel bewust van het publiek, want je weet dat er iemand kijkt, maar ik hoef emoties niet uit te vergroten omdat de camera er in close-up opzit. Het publiek krijgt kleine dingen daardoor minder mee. Maar het publiek kan ook in de energie van de avond zitten, waardoor dingen grappig zijn die je thuis voor de buis helemaal niet meemaakt. Dus andersom kan het ook!’
Wanneer is een scène voor jou gelukt?
‘Als er genoeg spanning of drama in zit. En, wat mij betreft, als het een begin, midden en eind heeft, dus dat de kijker er niet zomaar middenin valt. Het publiek moet vrij snel snappen waar ze naar kijken. Daarom is het ook wel lekker dat we opdrachten krijgen, dan hoef je aan het begin van de scène niet zo veel uit te leggen. Bij Toren C moet ik eerst altijd veel ondernemen om de situatie te schetsen. Bij De Vloer Op krijg je dat al een beetje mee van Peter. Een scène is zeker geslaagd als het publiek iets ervaren heeft. En dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld ook een simpele gedachte. Human zet met De Vloer Op problemen op de kaart die uitnodigen tot nadenken. Als dat gebeurt vind ik een scène ook geslaagd. Maar voor mezelf is een scène al geslaagd als ik veel plezier heb gehad! Als ik naar huis ga vol adrenaline, daar haal ik veel voldoening uit.’
Tekst gaat door onder foto.