In tweestrijd door zijn adoptie

  • Noah van Diepen
Link naar klembord gekopieerd!
© Rob Marrevee/Privécollectie

Een actieve herinnering uit de jaren voor zijn adoptie heeft hij niet, maar toch herkende hij bij terugkomst in Ethiopië meteen de route naar het huis van zijn biologische vader. Zenebe Marrevee (27) werd op vierjarige leeftijd samen met zijn broertje Jarra geadopteerd door Rob en Irma. Sindsdien ervaart hij een tweestrijd: tussen Ethiopië en Nederland; tussen ouders; tussen gelukt en mislukt; en tussen liefde en dankbaarheid.

Er is niet één specifiek moment aan te wijzen waarop Zenebe zich bewust werd van zijn adoptie: "Ik heb het gevoel dat ik het altijd al wist, maar hoe ouder ik word, hoe meer ik besef wat het betekent. Op sommige momenten meer dan andere, besef ik dat ik hier helemaal niet vandaan kom."

Tussen Familie In

Knuffel

Zoals laatst: "Ik besefte dat als mijn biologische vader - onze moeder is al overleden - sterft, ik waarschijnlijk niet op tijd bij hem kan zijn om afscheid te nemen. Misschien kan ik niet eens naar zijn begrafenis. Ik werd zo verdrietig van die gedachte en had echt behoefte aan een knuffel."

Het zijn die momenten die de vinger op de zere plek leggen, want een knuffel van zijn biologische vader zit er niet in; en een knuffel van zijn adoptievader Rob vult niet de behoefte. "Als ik in Jarra's ogen kijk, voel ik rust, veiligheid en herkenning. Die band voelt vanzelfsprekend en onvoorwaardelijk. Bij Rob en Irma is het contact meer zakelijk, hoewel ik probeer het te behouden. Maar dat gaat niet vanzelf. Het was pijnlijk om te realiseren dat ik nooit echt mijn vader kan knuffelen wanneer ik dat wilde, en dat had ik toen heel erg nodig."

Het was pijnlijk om te realiseren dat ik nooit echt mijn vader kan knuffelen wanneer ik dat wilde

Zenebe Marrevee

Zenebe vertelt in De Publieke Tribune over de moeizame relatie met Rob en Irma, terwijl Rob indringend naast hem zit en luistert. "Rationeel gezien hebben Rob en Irma alles binnen hun bereik gedaan om ons op een zo goed mogelijke manier te helpen. Toch heb ik gevoelens die dat een beetje tegenspreken. Dat ligt meer bij mij, aan het ongeluk dat ik van binnen voel, dan dat ik daadwerkelijk iets tekort ben gekomen."

Het gegeven dat hij niet biologisch verwant is, maar emotioneel tot op zekere hoogte wel, zit in de weg, omschrijft hij. "Bij mijn ouders, Rob en Irma, voel ik me vaak niet vrij om mijn problemen te uiten, omdat ik daarmee misschien hun inspanningen in twijfel zou trekken. En ik mis een stukje identificatie, zowel fysiek als qua persoonlijkheid. Ik schaamde me bijvoorbeeld voor mijn smalle kuiten, een Ethiopisch ding, maar iets wat ik niet terugzag bij mijn adoptieouders. Onze verschillen maken het soms moeilijk om me begrepen te voelen en om me op hen af te stemmen."

Een beetje van beiden of niets?

Hoewel Zenebe als kind altijd vroeg wanneer zijn vader zou komen, leek dit lange tijd ondenkbaar. Zijn biologische ouders zouden volgens de papieren overleden zijn. Tot er na een paar jaar een brief op de mat belandde. Het was een brief van hun vader in Ethiopië. Rob is na de brief meteen afgereisd naar Ethiopië. Het verhaal leek te kloppen.

Waar Jarra al snel de behoefte had om terug te gaan, bleef dat bij Zenebe weg. "Omdat Jarra ging, ben ik maar meegegaan. Dit was het begin van de chaos in mijn hoofd. Tot die tijd probeerde ik gewoon te leven als een Nederlander en er niet te veel bij stil te staan. Maar nu kon ik er niet meer aan ontsnappen. Ik dacht: 'Shit, nu heb ik daar een familie waar ik ook nog iets voor voel en iets mee moet. Hoe doe ik dit?'"

Zenebe is een paar jaar later weer die kant opgegaan, nu omdat hij zelf de behoefte had. "Ik was net gestopt met studeren. Het voelde als falen en ik wist niet waar het vandaan kwam. Ik wilde mijn familie daar vertellen dat ik eigenlijk alles had, maar toch een leegte in mezelf voelde die ik met niets kon vullen. Ergens hoopte ik dat ze mij zouden begrijpen. Hoe moeilijk het soms voor me was. Maar dat deden ze niet echt. Het is in hun ogen een luxeprobleem; twee families die van me houden, wat natuurlijk waar is. Maar daardoor voelde ik me niet echt begrepen door mijn familie daar, en ook niet in Nederland. Dat voelde als een grote domper. Waar voel ik me dan wel thuis? En wie begrijpt mij wel?"

Ethiopische genen

Het zijn vragen waar hij nog steeds geen kant-en-klaar antwoord op heeft. Steeds meer beseft hij dat zijn Nederlandse en Ethiopische kant samengaan. "Ik ontdek steeds meer van mijn Ethiopische genen. Ik heb vaak de neiging om met mijn handen te eten. Dat vond ik vroeger heel vervelend, nu begrijp ik dat het in mijn cultuur zit. Mijn muziekstijl is ook heel Afrikaans."

Hoewel de vorige keren ook veel verwarring bij Zenebe achterlieten, is hij vastbesloten nog eens zijn vader op te zoeken. "Ik denk bijna dagelijks aan hem en hoop dat ik hem over een paar jaar weer zie, maar dan als een succesvolle en financieel onafhankelijke zoon."

In het boek van Rob Marrevee is te lezen hoeveel ruzie het gezin had: "Ik vraag mij soms af wat daarvan aan mijn adoptie te wijten is. Ik zat ook gewoon in de puberteit. Het heeft het in ieder geval niet beter gemaakt." Een van de ruzies eindigt met Jarra die roept: 'Je bent mijn echte vader niet.' "Ik heb het nooit hardop willen roepen, maar het is toch altijd een soort eindexcuus geweest: 'Wat zit je mij nou te vertellen, terwijl je mij niet eens echt kent.' Rationeel slaat het nergens op. Er is moeilijk een schuldige aan te wijzen, maar toch heb ik altijd een sterk gevoel van boosheid en onrecht gehad. Ik ervaar een tweestrijd; ik weet dat ze alles binnen hun macht gedaan hebben voor ons en mij hebben behandeld als hun eigen kind, maar ik voel me niet echt het eigen kind."

Het is een relatie waar we nog aan werken

Zenebe Marrevee

"Ik heb nu meer inzicht gekregen in de ervaringen van andere geadopteerde kinderen. Ik dacht altijd dat onze situatie heel extreem was, maar sommigen hebben helemaal geen contact meer. Momenteel begeleid ik een jongen die ook uit Ethiopië geadopteerd is. Hij werd op zijn zestiende uit huis gezet en woont nu onder begeleiding. In vergelijking daarmee, zijn we er eigenlijk nog goed vanaf gekomen."

Dat het anders is dan bij zijn Nederlandse vrienden, dat is een gegeven: "Dat zag ik vroeger al en nu nog steeds. Maar over het algemeen denk ik dat Rob en Irma open zijn geweest en erover kunnen praten, wat niet altijd het geval is bij andere adoptieouders. Ze zijn ook eerlijk naar zichzelf toe en hebben ervoor gekozen om mijn naam Ethiopisch te houden, zo'n klein ding kan al verschil maken. Het is een relatie waar we nog aan werken."

Verdiep je verder

De vermistenTwee levensHet Voortbestaan van Rusland