Begin deze week besloot minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat dat de Stint voorlopig de weg niet meer op mag. Na het ongeval met de elektrische bolderkar op een spoorwegovergang in Oss, waarbij vier kinderen omkwamen en een vijfde kind en de begeleidster zwaargewond raakten, had de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een onderzoek ingesteld. De betreffende bolderkar was niet onderzocht, maar de conclusie was wel dat er bij de Stint in zijn algemeenheid potentiële veiligheidsrisico’s waren.
Nog voordat de minister het verbod bekendmaakte, hadden verschillende kinderopvangorganisaties al besloten de elektrische bolderkar niet meer te gebruiken. Ze waren zo geschrokken van het ongeluk, dat hun eerste reactie was: onmiddellijk stoppen met de Stint. Sommige kinderopvangorganisaties verklaarden dat ze dit uit voorzorg deden, omdat ze geen risico wilden nemen; andere wilden eerst het onderzoek naar de toedracht afwachten.
Sinds het ongeluk in Oss krijgen medewerkers van kinderopvangorganisaties die met kinderen in een Stint rijden vervelende opmerkingen naar hun hoofd. ‘Sommige van die meiden worden moordenaars genoemd omdat ze kinderen in een Stint blijven vervoeren. Er heeft iemand geprobeerd in te rijden op een Stint,’ zei een woordvoerder van een kinderdagverblijf tegen de Volkskrant.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.