Afgelopen zondag eindigde de wielerklassieker Parijs-Roubaix in een drama. Op 150 kilometer van de finish viel de Belgische renner Michael Goolaerts (23) op de kasseistrook van Viesly, waar hij roerloos bleef liggen. Toegesnelde artsen probeerden hem te reanimeren en brachten hem per helikopter naar het ziekenhuis van Lille.
Behalve uitingen van troost, rouw en medeleven waren er op sociale media ook andere reacties: ‘Begrijp ik het nu goed? Wordt bij wielrennen gewoon doorgereden als er iemand een hartaanval heeft gehad?,’twitterde Nico Dijkshoorn. En ook anderen reageerden vol onbegrip: ‘Waarom wordt een wielerkoers niet stilgelegd als een van de deelnemers in kritieke toestand wordt afgevoerd?’ En: ‘De commerciële belangen bij een onbeduidend fietswedstrijdje worden weer eens pijnlijk duidelijk.’
Toen zondagavond bekend werd dat Goolaerts was overleden, ging de discussie op sociale media door. De vraag of ze de koers beter hadden kunnen stilleggen, bleef de gemoederen beheersen. Ook Michiel Elijzen, de ploegleider van Michael Goolaerts, vroeg zich achteraf in het Algemeen Dagblad vertwijfeld af of hij wel goed had gehandeld: ‘Had ik erbij moeten blijven? Had dat de situatie veranderd? Ben ik egoïstisch geweest door terug te gaan in de koers?’
Het is een moeilijk te herkennen denkfout, de hind-sight bias. Toen Goolaerts op de kasseien lag, wist niemand dat hij diezelfde dag nog zou overlijden. Achteraf lijkt de afloop van het drama voorspelbaar, maar het had ook anders kunnen gaan: de Belgische wielrenner had in het ziekenhuis in Lille op kunnen knappen.
De reactie van de ploegleider is begrijpelijk, maar irrationeel. Ze komt voort uit de kennis van de afloop: hij weet dat wielrenner Goolaerts is gestorven. Het lastige is dat we die kennis van de afloop niet goed kunnen uitschakelen in ons hoofd. Achteraf lijkt de toekomst voorspelbaar.
Koersdirecteur Thierry Gouvenou zei dat ook tegen journalisten. Hij wist dat de situatie heel ernstig was, maar hij had niet kunnen voorzien dat die zo dramatisch zou aflopen. En zo is het.