Het verpleeghuis heeft een negatief imago. Je kunt maar beter niet in zo’n instelling terechtkomen, want je komt nauwelijks buiten, je krijgt weinig aandacht en ze laten je soms in je eigen ontlasting zitten.
Dat had je gedacht! Deze week verscheen Het verpleeghuis is het einde! van Freya Angenent en Lauke Bisschops, specialisten ouderengeneeskunde in opleiding. Dit boek laat een heel ander beeld van verzorgingstehuizen zien. Bewoners voelen zich er minder eenzaam en geven de kwaliteit van hun leven daar gemiddeld een 7,6.
Zes op de tien bewoners van verpleeghuizen voelt zich zelfs (erg) gelukkig, blijkt uit het vorige maand verschenen SCP-rapport Gelukkig in een verpleeghuis? De ouderen zijn tevreden over de leefomgeving, de veiligheid, de privacy en autonomie. En met ieder jaar dat mensen in het verpleeghuis verblijven, neemt de tevredenheid toe. ‘Het gelukkigst lijken de bewoners die in 2009 of eerder zijn opgenomen en dus langer dan zeven jaar in het verpleeghuis wonen,’ concluderen de onderzoekers.
Het zwartgallige beeld van het verpleeghuis correspondeert dus niet met de werkelijkheid. Natuurlijk, er zijn misstanden in verpleeghuizen en er zou meer persoonlijke aandacht moeten komen voor de bewoners. Maar de verschillen tussen instellingen zijn groot. Er zijn ook ouderen die juist opknappen in een verpleeghuis.
Hoe komt het dat we toch zo’n negatief beeld hebben van verpleeghuizen? Zonder dat we er erg in hebben, zetten twee psychologische mechanismen ons op het verkeerde been. Ten eerste vergroten de media de mistoestanden uit. Twee jaar geleden kreeg de vader van staatssecretaris Martin van Rijn veel aandacht voor zijn klacht over het Haagse verpleeghuis waar zijn echtgenote verbleef. Haar urine liep langs de enkels, vertelde hij. En vlak voor de verkiezingen in 2017 brachten Hugo Borst en Carin Gaemers het manifest Scherp op ouderenzorg uit, waarin ze een bezettingsnorm eisten: minimaal twee verzorgenden op acht ouderen. Deze zorgelijke voorbeelden liggen vers in ons geheugen. Ze zijn indringend en ‘beschikbaar’, zodat ze ons oordeel over de totale zorg vertekenen. Psychologen noemen dit het beschikbaarheidseffect.
Maar er speelt nog een psychologisch mechanisme. Ouderdom gaat gepaard met aftakeling. ‘Dit is zo confronterend voor de familie,’ zegt specialist ouderengeneeskunde Van Houten in de Volkskrant van 30 september 2017, ‘dat niet de achterliggende ziekte de schuld krijgt, maar het verpleeghuis en de mensen die er werken.’ In de psychologie staat dit bekend als de fundamentele attributiefout. Sommige mensen schrijven de aftakeling van vader of moeder toe aan de zorgdragers, terwijl in werkelijkheid de ziekte de aftakeling verklaart. Begrijpelijk en menselijk. Maar onjuist.