In Nederland doen ze maar lacherig over hem, vindt hij. Het is de calvinistische mentaliteit: je mag je niet jonger voordoen dan je bent, je mag niet met je geld pronken en je hoofd niet boven het maaiveld steken. Nee, dan de Australiërs, de Canadezen of de Britten. Die nemen hem serieus.
Onze jeugdige spraakwaterval Emile Ratelband was begin deze week te gast bij Sven Kockelman op radio 1 en kletste hem bijna van de sokken. Kockelman nam de positiviteitsgoeroe serieus, maar Ratelband voerde slechts drogredenen op om zijn punt te maken. Ik spotte er vier: hij speelde op de man, maakte een verkeerde vergelijking, bracht de interviewer op een dwaalspoor en ontdook de bewijslast. Moeten we iemand die zo gebrekkig argumenteert eigenlijk wel serieus nemen?
Emile Ratelband wilde van de rechter horen of hij zijn geboortedatum twintig jaar naar achteren mocht schuiven. Hij voelt zich in alle opzichten 49 in plaats van 69. ‘Als de rechter mijn gevoelsleeftijd erkent zal ik de komende twintig jaar AOW-premie betalen,’ zei hij opgewekt. Waarop Sven Kockelman vroeg: ‘In alle eerlijkheid meneer Ratelband, is dit niet een Don Quichot-achtige belegging?’
En daar kwam de eerste drogreden al aan. ‘Ja, dat is typisch Nederlands,’ antwoordde Ratelband, ‘dat had ik van jou niet verwacht Sven, dat je zo op me in zou gaan.’ Met een Latijnse naam heet deze denkfout een ‘ad hominem’, op de man spelen, een drogreden die trouwens later in het gesprek nog eens terugkwam, toen het de positiviteitsgoeroe te heet onder de voeten werd en hij Kockelmans zwakke plek probeerde te raken: ‘Sven het is wel belangrijk dat je het begrijpt hoor’, zei hij, ‘want als je niet goed ingelezen bent…’
Sven Kockelman hapte trouwens meteen: ‘Ja dat heb ik wel, ik heb me uitstekend ingelezen.’