"Het ging me vooral om die avondklok. De overheid die je opsluit in huis: ik vond dat vrij ver gaan en heb in de krant geschreven dat je dat ook kunt doen om inbraken of verkrachtingen tegen te gaan. Toevallig sprak ik daarna met iemand van de politie en die zei: 'Dat was een goed idee van je, dat gaan we doen.' Grappend, natuurlijk, maar je ziet dat de misdaad verschrikkelijk oprukt in onze samenleving. Dat hebben we de laatste weken wel weer gezien.
Er is veel georganiseerde misdaad, die steeds krachtiger wordt. Overheid, politie en opsporingsdiensten moeten zich daartegen verzetten en die beginnen te lonken naar de grenzen van de rechtsstaat. Als we daar iets overheen gaan, dan kunnen we de misdaad beter bestrijden, is het idee.
Ik snap dat, ik snap dat je het handig vindt om mensen op te sluiten om virussen tegen te gaan. Maar mijn vaste overtuiging is al decennialang dat als er een dreiging is, of het nu een virus is of criminaliteit, dat je de bescherming daartegen robuust houdt. De instellingen van de staat moeten betrouwbaar zijn voor de burger, want er is al roerigheid genoeg."