Het persoonlijke is politiek. Als feminist geloof ik in dat idee, dat je problemen achter de voordeur niet aan de keukentafel kunt uitvechten, maar dat je daar politieke verandering voor nodig hebt. Denk aan financiële zelfstandigheid, of de mogelijkheid om te beslissen om een kind niet te houden. De wet gelijke behandeling was de kroon op mijn werk, omdat ik minister was in die tijd en achter de regeringstafel zat met Ernst Hirsch Ballin.
Het feminisme heeft nog lang niet alles bevochten. Abortus staat weer ter discussie. Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet zei dat het eerst maar eens geëvalueerd moet worden voordat hij zich daarover uitlaat. En ik dacht, heb ik nou een stukje overgeslagen? Laat die man eens even terugkijken in de geschiedenis.
Er zijn talloze evaluaties over abortuswetgeving geweest. De strijd om abortus is in mijn tijd geleverd, en ik leef nog, dus dat is helemaal niet zo lang geleden. Nadat de wet is ingevoerd is er vanzelfsprekend ook meermaals gekeken of het wel goed werd uitgevoerd.
Abortus als recht is niet voorgoed bevochten. Dat is niet om moedeloos van te worden, want de weerstand die we nu weer bemerken, zijn oprispingen. Vrouwen zijn in de meerderheid en zullen snel in de gaten hebben dat het inperken van het recht op abortus niet vrouwvriendelijk bedoeld is.
Ook al maak je zelf geen gebruik van abortus, zullen vrouwen zich toch realiseren dat zij degenen zijn die de zwangerschap moeten voldragen, en zij dus degenen zijn die beslissen of dat wel of niet kan. Het principe is dat jij als vrouw over je eigen lichaam mag beschikken. De discussie over abortus is één van de tekenen aan de wand dat het populisme niet vrouwvriendelijk is.