Stel, ik kijk naar een voetbalwedstrijd. Ik zie de bal, ik zie de spelers, maar zie ik het ook echt, doorzie ik het of is er alleen sprake van een oppervlakkig zien? Misschien het laatste. Ik heb achtergrondkennis nodig, moet op details letten, moet kunnen interpreteren, eventueel zelfs voorspellen om echt te kunnen zien, dus te kunnen begrijpen wat er op het veld gebeurt. De spits laat zich niet zomaar terugzakken, nee, hij creëert ruimte voor de verrassend opkomende middenvelder, die plotseling vrij voor de keeper staat. Als je de tactiek achter de bewegingen van de spelers, achter de manier waarop de bal gespeeld wordt begrijpt, dus doorhebt in de terminologie van Cruijff, dan zie je pas wat er gebeurt, dan kan je de wedstrijd lezen om met een andere grote voetbaltrainer, Louis van Gaal, te spreken.
De uitspraak van Cruijff geldt uiteraard niet alleen voor voetbal, maar is veel breder van toepassing. Mensen staan bijna permanent bloot een enorm scala aan indrukken. We zien en horen voortdurend van alles om ons heen, maar zienwe ook echt? Dat is de vraag. Blijven niet de meeste van die visuele en auditieve indrukken oppervlakkig en vluchtig? Stel, je ziet iemand die kwaad is, maar de bron van zijn of haar woede is onbekend, dus het enige wat je waarneemt is die woede. Pas als je weet wat erachter zit, kun je het echt zien, ben je in staat om het te interpreteren. En misschien kun je hem of haar dan zelfs helpen om over de woede heen te komen.
Opvallend – en dat geldt voor veel van Cruijffs bekende uitspraken – is dat het gaat om een conditionele zin: Als dit, dan dat… Je gaat het pas zien als je het doorhebt, of de twee delen van de zin omgedraaid: Als je het doorhebt, dan zie je het pas. Of als ik de uitspraak van de Grote Filosoof uit Betondorp een klein beetje mag aanscherpen: Als je het doorhebt, dan zie je het pas écht.
Tekst loopt door onder de afbeelding.