Laatst was ik op zolder aan het opruimen en vond ik tussen wat oude rommel dit briefje dat ik op de basisschool had geschreven, naar aanleiding van de opdracht: hoe ziet jouw leven eruit in 2020?
In 2020 heb ik een lieve vriend, een hond, een leuke baan en ben ik moeder van twee kinderen.
Zo had ik het als achtjarige bedacht. Zo is het niet helemaal uitgekomen. Ik heb geen 'lieve vriend', maar een lieve vrouw. Geen kinderen van mijn lieve vriend, maar van een bekende zaaddonor. Het leven is dus iets anders gelopen, dan ik als achtjarige bedacht had.
Soms kan ik nog weleens terugverlangen naar het leven dat ik als achtjarige had. Ken je dat gevoel? Het verlangen naar de tijd dat je leven nog zo overzichtelijk en duidelijk was. Vooral heel vanzelfsprekend ook. Elke dag naar school. Na school buiten spelen. Op dinsdag turnen en donderdag pianoles. Mijn vader werkte, mijn moeder was thuis. Een echt traditioneel, liefdevol gezin. Net zoals hun ouders, hun grootouders en vele generaties daarvoor. En zo zou ik het bij mij vast ook zo gaan, dacht ik.
Totdat ik tijdens mijn studententijd verliefd werd op een van mijn huisgenootjes. Niet op Boris of Sander, maar op Sandy. Een vrouw! Ik was dus niet verliefd geworden op een jongen, maar op een meisje. Ik wist niet wat me overkwam, ik vond het verschrikkelijk. Dit was absoluut niet de bedoeling. Ik wilde niet anders zijn dan alle anderen. Ik schaamde mij ervoor, en durfde het aan niemand te vertellen. Ik dacht dat mensen me anders zouden gaan zien en het vies zouden vinden. Ik was werkelijk bang dat mensen me hierom zouden laten vallen.
Ik deed er dan ook alles aan om van dit gevoel af te komen. De verliefdheid van mij af te schrijven, te rennen en te schilderen. Maar niets hielp, het gevoel werd alleen maar intenser. Tot overmaat van ramp bleek zij ook verliefd op mij. Het hek was van de dam!
Tekst loopt door onder de afbeelding.