Nu nog zie ik regelmatig op het nieuws voorbij komen hoe vrouwen het slachtoffer worden van eerwraak, huiselijk geweld, verkrachting of moord. In 2015 leidde de moord op de 20-jarige Özgecan Aslan tot nationale volkswoede. De studente zat in een mini-bus toen de chauffeur haar wilde verkrachten. Toen Özgecan zich verzette, vermoordde de man haar en stak haar in brand. Het verkoolde lichaam werd gevonden bij een rivier in de havenstad Mersin. Internet ontplofte. Miljoenen mensen twitterden over de vermoorde studente. Duizenden gingen de straat op. Opvallend was deze keer dat de opstand van de vrouwen werd gevolgd door mannen die hun steun aan Turkse vrouwen betuigden door gekleed in een minirok te demonstreren tegen seksueel geweld. Turkse artiesten werken massaal mee aan campagnefilms op Youtube om geweld tegen vrouwen een halt toe te roepen. Bekende zangeressen en actrices, die zelf slachtoffer waren van geweld, deelden die dagen hun persoonlijke ervaringen. Het was de eerste #MeToo-beweging in Turkije.
De regering van president Erdoğan krijgt veel kritiek omdat geweld tegen vrouwen onder zijn bewind zou zijn toegenomen. Alhoewel de situatie voordien niet veel rooskleuriger was, schuilt het gevaar in het feit dat er onder een meerderheid van de bevolking draagvlak bestaat voor de zeer conservatieve ideeën van Erdoğans islamitische AKP-regering over vrouwelijke zelfstandigheid. In een land waar de man van oudsher de dienst uitmaakt, hebben die uitspraken vanzelfsprekend veel impact. Een vicepremier die zegt dat vrouwen niet uitbundig mogen lachen in het openbaar, heeft invloed. Dat geldt ook voor een parlementslid dat zegt dat een verkrachter onschuldiger is dan de vrouw die hij zwanger maakte en die haar ongewenste kind wil laten aborteren.
Aan de andere kant maakte Erdoğan zich vorig jaar in een toespraak in Istanbul weer sterk voor de rechten van vrouwen. Hij noemde geweld tegen vrouwen onacceptabel en zei dat er strenge straffen moeten komen voor mannen die zich er schuldig aan maken. Hij zei dat hij met een plan komt om het probleem aan te pakken. Ook zei hij dat het land kinderhuwelijken en gedwongen huwelijken 'achter zich moet laten'. In Turkije is het verboden om als kind met een volwassene te trouwen, maar de rechter kan een huwelijk goedkeuren als een van de partners 16 jaar is. Veel jongeren trouwen in een islamitische ceremonie. Volgens mensenrechtenorganisaties vindt zo'n 15 procent van de huwelijken plaats nog voor de vrouw 18 jaar oud is.
Wij kunnen in het westen wel roepen dat het allemaal onzin en onoprecht is wat Erdoğan roept, maar de impact van de uitspraken die worden gedaan door de president zijn niet te onderschatten in een land met een eercultuur. Waar de onderwijsparticipatie van vrouwen laag is, binnen een samenleving waarin mannen domineren.
Een open en eerlijk debat is onmogelijk als we blijven hangen in kritiek vanuit een westerse leefwereld, en het eigen gelijk. Een constructieve dialoog is alleen mogelijk als je echt bereid bent je te verplaatsen in de ander en diens leefwereld. Ons gelijk, onze waarheid, klopt namelijk niet altijd. Er is meer realisme nodig, in plaats van moralisme, én dus ook minder politieke correctheid.
Ik zie iets moois in de opleving van het moslimfeminisme. De vrouwen die nu aan het hoofd van deze strijd staan, tillen de discussie over de simpele tegenstellingen heen. Hoofddoek op betekent onderdrukking, af betekent emancipatie: dat is te simplistisch en helpt niemand. In een tijd waarin racisme en islamofobie in opkomst zijn, is feministische solidariteit extra belangrijk. Vrouwelijke voorvechtsters in ons land die zich niet in hokjes laten plaatsen van links of rechts zijn dwingen dit af. Ze bereiken daardoor iedereen. Ik als journaliste en als moeder van een zoon moedig dit aan. Ik spreek mijn steun uit voor alle vrouwen die in het spoor van Fatima Mernissi lopen.