"Dopamine is een stofje dat we aanmaken in ons brein. Het is heel belangrijk voor motivatie, beloning en plezier en wordt ook geassocieerd met beweging. Dat deel van het brein reguleert niet alleen plezier, maar ook pijn. Stel het je voor als een wip die in balans moet blijven. Als we iets doen wat voldoening geeft, dan helt de wip over naar de kant van plezier en krijgen we een beetje dopamine. Maar het brein zal de balans willen herstellen, naar de zogenaamde homeostasis.
Als ons dopamineniveau te hoog wordt, verlaagt het brein daarom de dopamineproductie en -transmissie. Dat brengt het niveau niet terug naar de basislijn, maar naar een nog lager niveau: er ontstaat een dopaminetekort. Alsof er gremlins op de pijnkant van de wip springen om de balans te herstellen. Die gremlins vinden het daar alleen zo fijn dat de wip doorslaat naar de pijnkant. Dat is de kater, het na-effect.
Als we de beloningspaden in ons brein maar blijven bombarderen met feelgoodmiddelen en -gedrag, dan krijgen we een chronisch dopaminetekort. Dat is een staat die vergelijkbaar is met klinische depressie. Het betekent dat we onze 'drugs' (of dat nou alcohol is, of onze smartphone) niet alleen nodig hebben om ons goed te voelen, maar ook om onze balans te herstellen en ons gewoon normaal te voelen. Als we onze drugs niet gebruiken, dan ervaren we universele ontwenningsverschijnselen, zoals irritatie, slapeloosheid en depressie. Onze interesses versmallen zich net zo lang tot we alleen nog maar van dat ene middel kunnen genieten.
Vanuit evolutionair perspectief is het hartstikke logisch dat de natuur ons heeft ontworpen voor een wereld waarin alles schaars is en er altijd gevaar is. Waarin we verzamelaars moesten zijn om te overleven en nooit tevreden moesten zijn met wat we hadden. Het probleem is dat onze primitieve bedrading niet past bij ons moderne ecosysteem."