In deze aflevering: Lammert Kamphuis (1983). Deze maand verschijnt de 'crisiseditie' van zijn boek Filosofie voor een weergaloos leven. "De coronacrisis leidt, anders dan we misschien hadden gehoopt, helemaal niet tot meer eenheid, maar tot meer polarisatie. Ik wil dat doorbreken door te laten zien dat ieder vanuit zijn eigen, beperkte, perspectief naar de crisis kijkt. En mensen aanmoedigen in de schoenen van een ander te gaan staan." Toch bood de crisis hem zelf een kans om juist wat minder bezig te zijn met de positie van anderen.
"In mijn werk ben ik bezig mensen aan te moedigen om aan de hand van ideeën van denkers stil te staan bij hun eigen leven, maar nu kwam ik zelf stil te staan. Dat bleek prettig, want ik ervoer ruimte die in de hectiek van het dagelijks leven vaak ontbreekt. Het is een ruimte waarbinnen je weer creatief kan worden, boeken gaat lezen en inspiratie opdoet."
En lezen deed hij, onder meer de werken van Seneca, Marcus Aurelius en Epictetus. "Dat was genieten, ik heb die drie personen echt beter leren kennen. Seneca hamert op het idee dat we zoveel tijd verspillen. De meeste mensen overlijden met het gevoel dat ze nog aan het warmlopen waren voor het echte leven, zegt Seneca. Seneca stelde een gedachtenexperiment voor: 'Leef alsof je gisteren bent overleden.' Alsof je dus in blessuretijd leeft."
Met dat gedachtenexperiment belanden we bij het levensverhaal van Lammert Kamphuis zelf. "Vlak voordat ik uit de kerk stapte, ging het slecht met me. Ik belandde in een crisis. Toen ik daar uitkwam, herkende ik precies wat Seneca zegt: ik heb dit overleefd, ik kwam er doorheen. Ik heb niks meer te verliezen, nu sta ik vrijer in het leven."