Wondverband, injectienaalden, steriele handschoenen, dat soort vrij essentiële spullen. Zo'n tachtig procent van deze producten zou uit China komen, met name Wuhan. Ook de rest van Europa zou volgens Meijer met dit probleem te maken krijgen. "We maken ons echt zorgen. Straks kunnen operaties niet meer doorgaan," aldus Meijer.
Op de radio ving ik een vraaggesprek op met Gerwin Meijer van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Het onderwerp: het dreigende tekort aan medische hulpmiddelen vanuit China vanwege het Covid-19 virus (coronavirus).
Het laat zien hoe kwetsbaar en afhankelijk we zijn geworden in tijden van globalisering. Afgelopen decennia hebben we (met name multinationals) met het oog op kostenbesparing delen van onze productieprocessen naar andere delen van de wereld verplaatst, voornamelijk naar China. Niet alleen 'onnodige troep', zoals De Speld het recent verwoordde in een van hun satirische berichten, maar dus ook essentiële medische artikelen.
"We komen er nu achter dat niet alleen onze auto's voortkomen uit lange productieketens die onzekerder zijn dan gedacht. Het geldt bijvoorbeeld ook voor onze medicijnen en dus voor onze gezondheid. Je kunt je er in de toekomst maar beter op proberen voor te bereiden," schreef econoom Maarten Schinkel recent in een column in NRC.
Hij voegt eraan toe dat het coronavirus moet worden gezien als een belangrijke katalysator voor een proces dat al langer gaande is: déglobalisering. Of in andere woorden: 'reshoring', het relokaliseren van de productieketen.
Einde van de globalisering?
Schinkel is niet de enige die dit denkt. "Coronavirus kondigt het einde van de globalisering aan," schreven Ewald Engelen en Marianne Thieme vorige week enigszins ronkend in dezelfde krant. Door de toegenomen schaalvergroting en intensivering van de vee- en vleesindustrie (de voornaamste bron van pandemieën) zullen verstoringen als deze volgens het duo 'endemisch worden'. Dat wil zeggen: structureel.
"Op den duur zullen daardoor de kosten van globalisering groter worden dan de baten, die – zie de toegenomen ongelijkheid – toch al alleen maar neersloegen bij de één procent en niet bij de rest. Hoeveel van dit soort storingen in hun ketens kunnen Apple en Fiat zich permitteren voordat ze tot de conclusie komen dat het anders moet, dat regionalisering, nabijheid, eenvoud en transparantie het antwoord zijn?"
Val van de muur-moment
De toekomst valt niet te voorspellen, maar er zijn al langer signalen die juist een beweging omgekeerd aan globalisering schetsen. We hebben het dan niet alleen over allerlei ideologische en politiek-culturele sentimenten, maar er zijn ook allerlei economische tendensen die die kant op wijzen.
Zo is bijvoorbeeld volgens Maarten Schinkel de arbeid in China is al lang niet meer zo goedkoop, wordt steeds meer arbeid vervangen door robots (wat lokaal kan) en dragen steeds scherper wordende klimaat- en arbeidsvoorwaarden, geopolitieke onzekerheid en afnemende buitenlandse investeringen (in bijvoorbeeld fabrieken en tastbare producten) eraan bij dat enige vorm van deglobalisering een serieuze trend lijkt te worden.
Zou het echt? Zou het coronavirus – met op de achtergrond de ecologische crisis – het 'val van de muur'-moment van het huidige industriële globalisme kunnen betekenen? De toekomst zal het uitwijzen. Toch hangt grootschalige verandering in de lucht, welke kant deze ook opgaat.
"De crisis bestaat precies uit het feit dat het oude sterft en het nieuwe niet geboren kan worden," schreef de Italiaanse filosoof Antonio Gramsci ooit. Om daaraan toe te voegen dat in de zogenaamde tussentijd zich "de meest uiteenlopende morbide verschijnselen voordoen."
In zijn boek met de prachtige titel 'Everything was forever, until it was no more: the last soviet generation' (2006) beschrijft de Russische historicus Alexei Yurchak de nadagen van het Sovjetrijk. De grandeur en glans was er al lang af, mensen leefden in een gebroken en disfunctioneel systeem, en ze wisten het.
Onhoudbaar systeem
Toch – en hier wordt het intrigerend – kon niemand zich een alternatief voor de status quo voorstellen. Iedereen, van politicus tot burger, speelde mee in een illusionair schouwspel waarin men deed alsof alles nog gewoon prima werkte. Omdat men geen alternatief had, werd deze illusie naar verloop van tijd een 'self-fulfilling prophecy' en accepteerde iedereen de totale kunstmatigheid ervan.
Toen kwam Tsjernobyl en observeerde Mikhail Gorbatsjov later dat "we toen voor het eerst besefte dat het systeem zoals we dat kende onhoudbaar was geworden."
Niemand weet hoe lang dit virus onder ons blijft en hoeveel slachtoffers het zal maken. Maar één ding lijkt zeker: hoe langer het duurt en wijdverspreider het wordt, hoe meer het ons geloof in globalisering als eindstation van de mensheid zal aantasten.