In de film speurt de Nederlandse regisseur Tom Fassaert naar de rol van zijn grootmoeder, Marianne, in de trieste jeugd van zijn vader en oom die in een weeshuis belandden toen ze drie jaar oud waren.
Ooit was moeder Marianne een aantrekkelijk fotomodel, een jonge vrouw die bewust de wereld van glitter en glamour boven het gezinsleven verkoos. Om te achterhalen wat er destijds precies is gebeurd, reist Fassaert met zijn camera naar Zuid-Afrika waar Marianne, nu hoogbejaard, woont.
De camera fungeert als leidmotief. De vraag is of de leugen bestand is tegen het meedogenloos kijken.
De ironie is dat Marianne haar bestaan dankt aan de wijze waarop de camera de waarheid verdraaide. Als model maakte de camera haar immers mooier dan ze al was. Maar nu, in deze film die haar aan het einde van haar leven toont, dringt de camera aan op de waarheid: hoe is het destijds precies gegaan?
De camera schept ruimte, of dwingt ruimte af, voor de biechtstoel, zodat de leugen onder druk komt te staan. Eerder zagen we dat Thomas Vinterbergs speelfilm ‘Festen' (1998), waarin een feestje met ouders, grootouders en kleinkinderen ontaardt in pijnlijke onthullingen over verborgen misdaden begaan in familieverband.
Inmiddels is deze stijl haast een subgenre binnen de documentaire geworden, zoals blijkt in ‘A Family Affair’. Dit soort films stellen grote vragen: kunnen we ooit weten wat de waarheid is? En zijn we niet juist gebaat bij leugens, in die zin dat leugens ons in staat stellen om te gaan met een niet te bevatte werkelijkheid?
Wat voor nut hebben waarheden en onthullingen in een mensenleven?
Aanstaande woensdag uitgebreid aandacht voor deze vragen in een bespreking van ‘A Family Affair’ in de filmrubriek van het radioprogramma OBA Live, onder leiding van Theodor Holman.