Haar boodschap aan zichzelf: vertel aan niemand wat je gaat doen, ga naar je klerenkast en pak het flesje met pillen en neem ze állemaal tegelijk in met heel veel water, en ga dan op het bed liggen, zodat je in slaap kan vallen.
Het is een pijnlijk mooi moment in Still Alice, waarin Julianne Moore een hoofdrol vertolkt die haar onlangs terecht de Oscar voor beste actrice opleverde.
Zoals vaak gebeurt bij de combinatie ziekte en cinema is het gevaar van melodrama ook in deze film groot. Toch slagen de regisseurs Richard Glatzer and Wash Westmoreland en vooral de hoofdrolspelers erin op intelligente wijze universele thema’s over identiteit, herinnering en menselijkheid in het verhaal te weven.
Alice is getrouwd met John (Alec Baldwin) die net als zij een succesvolle carrière heeft. Ze hebben drie volwassen kinderen. Het nieuws dat Alice ziek is en dat de kinderen hoogst waarschijnlijk later in hun leven ook Alzheimer zullen krijgen, slaat in als bom.
Still Alice vermijdt alle cinematografische clichés over ziekte. Intieme momenten komen authentiek over, bijvoorbeeld wanneer John zijn vrouw moet helpen aankleden als zij dat niet meer kan. De tederheid van de scène — de ziekte is wat het is — geeft het werk nuance en complexiteit.
Met veel geduld bouwen regisseurs en actrice hun boodschap op. Ze willen ons niet laten zien hoe verschrikkelijk dit allemaal is; ze zoeken eerder naar een dieper inzicht in wat er gebeurt wanneer een mens zijn identiteit kwijtraakt.
Daarom is die video die Alice maakt zo treffend: voor haar is het idee ondraaglijk dat ze haar eigen zelf zal verliezen. Maar wat is dat dan: het ‘zelf’? Welke rol spelen herinneringen in de vorming van identiteit? Bepaalt zo’n ziekte, die de capaciteit voor denken, taal en articulatie vernietigt, dan echt alles?
En de vraag: wat valt er te winnen als verliezen de enige mogelijk uitkomst is?
Meer over Still Alice aanstaande woensdag in de filmrubriek van het radioprogramma OBA Live, onder leiding van Theodor Holman.