Eerst las ik het op Katholiek.nl: paus Franciscus heeft een wonder verricht. Zelf vindt hij het maar een half wonder, maar toch. Het wonder deed zich voor in Napels. Het gaat om het geronnen bloed van de heilige patroon Januarius, die in 305 na Christus werd onthoofd door een Romeinse keizer. Dat bloed wordt bewaard in een ampul. Drie maal per jaar doet zich de gelegenheid voor om het bloed weer vloeibaar te laten maken.
“Volgens het stadsarchief is het eerste bloedwonder waargenomen tijdens de relikwieënverering op 17 augustus 1389. Sindsdien kan het zich drie maal per jaar voltrekken: op 19 september, 16 december en op zaterdag voorafgaand aan de eerste zondag van mei. De aartsbisschop overhandigt de relikwieën aan een priester, die ze kust. Wordt het bloed vloeibaar, dan raken de Napolitanen in feeststemming. Gebeurt er niets, dan zou de heilige het weleens slecht kunnen voorhebben met de stad of de priester in kwestie. De laatste keer was het bloed vorig jaar september gaan stromen, onder de ogen van een geliefde parochiepriester. Maar de Napolitanen hadden het zwaar te verduren toen het voor Johannes Paulus II (1990) en Benedictus XVI (2007) geen koud kunstje bleek. Paus Pius IX ontving in 1848 wel applaus.”
En vorige week was het dus de beurt aan Franciscus om te laten zien wat hij kan. En ja, hoor!
Aartsbisschop Crecenzio Sepe, die stond toe te kijken, riep ineens: “Het bloed is vloeibaar geworden.” De paus geloofde zijn eigen ogen ook maar half en zei lachend: “Het is maar voor de helft vloeibaar. Wij zullen stappen moeten ondernemen om nog beter te worden. De heilige heeft het voor de helft goed met ons voor.”
Hier een uitgebreid verslag in The Huffington Post, plus video: