“De Waldenzen zijn genoemd naar de Franse koopman Petrus Waldo. De groep onstond 1175 na Christus. Ze waren aanhangers van de armoedebeweging, zoals Franciscus van Assisi dat later ook zou zijn. (Onthoud in dit verband de naam Franciscus.) Waldo vond als een van de eersten dat de Bijbel in de landstaal vertaald moest worden. Daarmee toonde hij zich een vertegenwoordiger van de pre-reformatie. Logisch dat hij al snel door de katholieke kerk werd vervolgd. Het was de Inquisitie, die honderden Waldenzen als ketters heeft verbrand of anderszins vermoord.
De roomse kerk is er bijna in geslaagd de Waldenzen uit te roeien, maar ze bestaan nog steeds. In Italië wonen er nog zo’n twintig duizend in de buurt van Piemonte. Ook in Uruguay en Argentinië schijnen nog belijdende Waldenzen te bestaan.
Eind juni gaat Franciscus als eerste paus in de geschiedenis een bezoek brengen aan de Italiaanse Waldenzen. Op zijn knieën moet hij gaan, zou je zeggen”.
Inderdaad is de paus nu op bezoek geweest. Hij heeft zelfs om vergeving gevraagd voor de "onchristelijke en onmenselijke behandeling die de Waldenzen in het verleden is aangedaan". "In de naam van Jezus Christus, vergeef ons!". Aldus de paus.
Eerder schreef ik op dit blog over Paus Franciscus , die naar de Waldenzen toe wilde gaan om zijn excuus aan te bieden: