In de Amerikaanse televisieserie House of Cards hongert de Democratische politicus Frank Underwood (Kevin Spacey) naar macht met een hartstocht die zijn weerga slechts kent in Shakespeares Richard III en Macbeth.
Alledrie zijn ze koningen-in-spe. Meedogenloos. Weerzinwekkend. Ze gaan over lijken. Tóch hebben Frank, Richard III en Macbeth onze sympathie.
Shakespeare verleidt ons van zijn politici te houden. In Richard III spreekt de gebochelde ridder het publiek direct toe. Het effect is schokkend. Een soort van schaamte overheerst over het gemak waarmee je overgeeft aan slimme, ijzige genadeloosheid.
Meer nog: wanneer Richard zich tot ons richt, herkennen we zijn menselijkheid. Dat hij faalt, in alles een slachtoffer van zijn eigen driften, komt ons afschuwelijk bekend voor. We helpen dit soort politici graag aan de mach, omdat ze een precieze reflectie vormen van ons eigen zelf.
Maar zo ontstaat de paradox van de politiek. We hebben idealen: een rechtvaardige samenleving, verantwoordelijkheid voor veiligheid en voorspoed en ga zo maar door. Maar idealen zijn onverenigbaar met het politieke spel. Immers, eenmaal in bezit van macht richt de politicus zich exclusief op het volgende doel: het behouden van macht.
Wie de paradox niet ziet, is onnozel. En veel onnozelen in House of Cards. De terzijdes van Frank Underwood — net als Richard III spreekt hij de kijkers direct toe, in zijn geval door in de camera te kijken — vormen wrang commentaar op de parlementaire collega’s die het niet snappen, die tóch idealen nastreven.
Als de politiek een spel is om het verkrijgen en het behouden van macht, kan er dan nog sprake zijn van idealen?
In het eerste deel van de serie is Frank ‘house majority whip’ in het Huis van Afgevaardigden. Zijn taak is het in het gareel houden van partijgenoten tijdens stemmingen voor wetsvoorstellen. Maar dat interesseert hem niet. Hij zegt: ’The road to power is paved with hypocricy and casualties. Never regret.’
Als er voor spijt geen plaats is in de politiek, dan geldt dat eens temeer voor moreel besef. Daarom faalt Macbeth — hij heeft spijt. Bloed kleeft aan zijn handen. En cynisme neemt bezit van hem. Zijn gewelddadige machtsspel, ‘full of sound and fury’, heeft hem niets opgeleverd.
Voor de absurditeit van Macbeths situatie zou Frank Underwood geen tijd hebben. Hij zou Macbeth en Lady Macbeth simpelweg als onnozel beschouwen.
Franks eigen Lady Macbeth, zijn echtgenote Claire Underwood (Robin Wright Penn), is veel slimmer.
Wanneer Frank in het eerste seizoen tegenover stakende leraren staat die dreigen zijn eigen wetsvoorstel inzake onderwijs te torpederen, toont Claire haar tanden: ze lokt een beveiliger naar binnen, zodat een collega van Frank een baksteen door het raam van het huis kan gooien, waarna de stakende leraren de schuld krijgen.
Hier is ons dilemma: Franks wetsvoorstel is progressief, een mogelijke katalysator voor echte veranderingen in het onderwijssysteem. Moeten we hem in het licht hiervan vergeven dat hij en ‘Lady Claire’ geen genade kennen in zowel hun honger naar de macht als hun vieze spelletjes om politieke doorbraken te forceren?
Tussen macht en idealen strekt zich een enorm grijs gebied uit, een niemandsland waarin wij gewone stervelingen nauwelijks onze voeten durven zetten. Het is hier waar de house majority whip en de twee koningen van Shakespeare zich thuis voelen.
Seizoen drie van House of Cards is vanaf deze week te zien op Netflix. En aanstaande maandag bespreek ik de serie verder in een uitzending van OBA Live waarin de actuele politiek centraal staat. Hoofdgast: socioloog Willem Schinkel. Presentatie: Wim Brands. Huisfilosoof: Ad Verbrugge