Werkelijkheid en fantasie gaan hand in hand in David Lynch’ film ‘Lost Highway’ (1997). Hierin verruilt een man zijn saaie, alledaagse leven, waarin hij seksueel impotent is, voor een droomwereld waarin zijn vrouw een spannende femme fatale is en hij in een virulente mecanicien verandert.
Ware horror
In zijn fantasieruimte lijken zijn seksuele capaciteiten voldoende, maar dat is een misvatting. Wat een obstakel vormt voor zijn gebrekkige performance in bed in de echte wereld krijgt concrete vorm in zijn droom - in de gedaante van de monstrueuze vaderfiguur Mr. Eddy.
Dan desintegreert de fantasieruimte, maar we zijn nog niet terug in de echte werkelijkheid. Dit zijn momenten van ware horror, de ‘uncanny’.
Schemergebied
In dit schemergebied tussen echt en onecht wordt de held opnieuw seksueel verworpen door de vrouw. Ze zegt: ‘Mij zal je nooit hebben.’ Gevolg: het traumatische incident brengt ons terug naar de werkelijkheid.
Žižek: ‘Zie hier het mysterie van vrouwelijke begeerte - daar gaat de film over.’
Deze analyse is de beste die ik ken van deze film - juist door de eenvoud ervan en het feit dat ze toepasbaar is op zowel een duizend andere films als op ons eigen leven.
Film als chaotische nevenwereld
Žižek toont niet alleen aan dat we een ‘excuus’ nodig hebben - de film ‘Lost Highway’ - om een belangrijke waarheid onder ogen te zien, hij benadrukt de noodzaak van het zoeken naar antwoorden door het kijken naar het scherm.
Film vormt voor hem een ‘chaotische nevenwereld’. De consequenties hiervan zijn verreikend, omdat films vooral ook naar óns kijken.
Žižek: ‘Ze zeggen dat de ogen een inkijkje in de ziel bieden. Maar wat als de ziel niet bestaat, en er alleen maar de duistere andere kant is waar verborgen krachten het voor het zeggen hebben?’
Die ‘duistere andere kant’, dat is cinema. Door te kijken, leren we onszelf kennen, zo goed en zo kwaad als dat gaat.