De titel van Anthony Burgess’ roman ‘A Clockwork Orange’ (1962) slaat op een oude Cockney-uitdrukking die iets vreemds omschrijft. Maar meer specifiek symboliseert dit composietbeeld van een vrucht en een mechanisch apparaat de perversiteit van politiek correct gedrag.
Trigger warnings
Dat laatste wordt tegenwoordig steeds meer aangeduid met de term ‘trigger warning’. Eigenlijk klinkt dat als het soort woordspel dat Burgess in zijn roman had kunnen gebruiken. Iets zoals ‘horrorshow’ (iets wat erg fijn is), of ‘droogs’ (vrienden).
Maar ‘trigger warnings’ zijn echt, en hun impact op de cultuur van nu dijt gestaag uit. Ze vormen de spil van een debat op Amerikaanse universiteiten over de vraag of studenten vooraf moeten worden gewaarschuwd als een college mogelijk aanstootgevende of traumatiserende beelden of taalgebruik bevat. Zoals geweld of verkrachting of racisme.
Vertroeteld
In een artikel in de september-editie van ‘The Atlantic’, getiteld The Coddling of the American Mind, belicht Greg Lukaniaoff, directeur van een organisatie die zich inzet voor de vrijheid van meningsuiting, samen met psycholoog Jonathan Haidt het fenomeen van ‘trigger warnings’.
Zelfs president Obama bemoeide zich met de discussie. Hij zei: ‘Ik geloof daar niet in: dat je als student moet worden vertroeteld en moet worden beschermd tegen onwelgevallige gedachten.’
Clockwork Orange
De ‘trigger warnings’ deden mij meteen denken aan ‘A Clockwork Orange’. Voor wie zich het verhaal van de roman en ook dat van Stanley Kubricks verfilming uit 1971 niet meer voor de geest kan halen:
De setting is een stad ergens in de toekomst. Alex DeLarge (Malcolm McDowell) is de leider van een bende die de stad onveilig maakt met gewelddadig gedrag, in zijn woorden ‘ultra-violence’.
Op een avond vallen ze het huis van een schrijver binnen die ze zo zwaar mishandelen dat hij voor de rest van zijn leven gehandicapt is. Ook verkrachten ze zijn vrouw op de maat van ‘Singing in the Rain’.
Aversie-therapie
Alex wordt gearresteerd. Op aandrang van de minister van binnenlandse zaken ondergaat hij een experimentele vorm van aversie-therapie; hij krijgt een middel toegediend waarna hij vastgebonden in een stoel, zijn ogen opgesperd met metalen beugels, gedwongen naar geweldsbeelden kijkt.
De muziek bij de beelden, realiseert Alex zich tot zijn schrik, is die van zijn favoriete componist, Beethoven.