Zo begint de bankoverval in Sidney Lumets ‘Dog Day Afternoon' (1975), gebaseerd op een waar gebeurd verhaal.
De bedoeling was dat Sonny (Al Pacino) en Sal (John Cazale) in tien minuten klaar zouden zijn. Meer dan twaalf uur later eindigde het incident, dat live op televisie werd uitgezonden, in een tragedie.
Culture wars
Lumets film levert snijdend commentaar op een maatschappij in verval. In de eerste beelden komen willekeurige scènes aan bod die subtiel de culture wars weerspiegelen die in die tijd op allerlei terreinen woedden: politiek, economie, gender, ras, godsdienst.
We zien arbeiders aan het werk in de stad; rijken die recreëren op stranden en in exclusieve clubs; agenten aan het patrouilleren; een hond aan het wroeten in vuilnis op straat; een vrouw met een kind aan beide handen die voorbij een aftandse bioscoop loopt waar ‘A Star is Born’ draait.
Ster
Dat laatste is een lugubere vooruitblik op wat komen gaat. De vrouw is de echtgenote van Sonny, de kinderen zijn van hem. Hij is de ‘ster’ die geboren gaat worden — tegen wil en dank.
Tijdens de stand-off tussen Sonny en Sal in de bank en een leger aan politie- en FBI-agenten aan de overkant van de straat verzamelt zich een menigte in het gebied, mensen die de live beelden van de overval op televisie hebben gezien en die poolshoogte zijn komen nemen.
Sonny wordt een ster van de tegencultuur. Hij is gay, of tenminste biseksueel aangezien hij een tweede ‘vrouw’ blijkt te hebben, Leon, een man die een geslachtsoperatie wil ondergaan. Wat trouwens de reden is waarom Sonny de bank wil beroven: om te betalen voor Leons geslachtsverandering.
Revolutionair
Hoe je tegen wil en dank een revolutionair wordt — dat laat ‘Dog Day Afternoon’ zien.
Sonny loopt naar buiten. Hij ziet de politie-agenten met getrokken pistolen. Woedend legt hij het verband met het incident van een paar jaar eerder waarin 43 mensen tijdens een gevangenisopstand in Attica, New York, werden gedood.