Ik heb al lange tijd een fascinatie voor depressiviteit. Deze mysterieuze ziekte creëert een blik op de wereld die bijna bovenmenselijk helder is; men aanschouwt de wereld van een afstand en is zich te bewust van zijn/haar rol hierin. Het gaat voor een groot gedeelte over tijd; tijdsbeleving en het niet kunnen accepteren van het onherroepelijke, onomkeerbare verstrijken ervan.
Dit herken ik maar al te goed. Zeker nu ik 30 ben, ben ik hier veel mee bezig. Om die reden ben ik mij gaan verdiepen in het begrip nostalgie. In de 17e eeuw werd dit als een ziekte gezien. Men dacht dat er drie geneeswijzen waren: bloedzuigers, Opium of een reis naar de Zwitserse Alpen. Inmiddels weten we beter en is het een gegeven waar ik bijna dagelijks mee te maken heb. De manier waarop de tijd aan mij voorbij raast is vaak angstaanjagend en geeft me het gevoel totaal geen vat te hebben op verleden, heden en toekomst.
Er is niemand die niet te maken krijgt met de vluchtigheid van het leven. Automatisch is de vraag naar betekenis daaraan verbonden. Melle is ons voorbeeld hiervan. We plaatsen hem in een situatie waarin hij direct te maken krijgt met al deze aspecten. Hiermee hopen we de kijker een beeld te geven van dit soort angstaanjagende gedachten die wij als mens zo hardnekkig proberen te ontkennen, maar welke ondertussen zo’n groot en onvermijdelijk onderdeel zijn van ons bestaan.