Toen regisseur Kim Brand de bewoners van zorgcomplex Tuindorp-Oost een jaar lang filmde voor Een nieuwe morgen, zat er nog veel leven in de brouwerij. Op de binnenplaats werd samen gegeten en op de gangen maakten jong en oud een praatje met elkaar. Nu kan je op diezelfde gangen een speld horen vallen. De meeste appartementen staan leeg. Een groot aantal ouderen is al verplaatst naar de benedenverdiepingen van de flat. In 2020 staat een tweede verhuizing gepland naar het nieuwbouwpand van het verzorgingshuis. Bijna alle jongeren zijn inmiddels weg. Zo ook pandbeheerder Cuno.
Door groeiende leegstand werden in 2016 ongebruikte woningen in verzorgingshuis Tuindorp-Oost verhuurd aan jonge starters. In de Human documentaire 'Een nieuwe morgen' (2018) is te zien hoe oud en jong daar samen onder een dak wonen. Cuno Balfoort (29) is een van die starters. Hij hoorde begin deze zomer dat de jongeren nog voor het einde van dit jaar moeten vertrekken. Het pand wordt namelijk gesloopt. Hoe gaat het nu met Cuno?
Wat vond je ervan dat jullie moesten verhuizen?
‘Ik baalde heel erg, net als de andere jongeren. Maar we wisten altijd al dat het een tijdelijk project was. Het is alleen jammer dat het minder lang heeft mogen duren dan we hadden gehoopt. Ik vind het vooral heel treurig voor de ouderen. Ze worden verplicht om in een korte tijd twee keer te verhuizen. Dat is een ontzettend ingrijpende gebeurtenis voor mensen op hoge leeftijd.’
‘Nu het gebouw zo goed als verlaten is, heb ik als pandbeheerder niet veel meer te doen. Toch ga ik uit sociale overweging nog iedere week langs om even een praatje te maken met de bewoners. Behalve dat ze opzien tegen de verhuizing, vertellen ze me dan ook altijd dat ze ons, de jongeren, heel erg missen. Vooral het contact en de levendigheid in het gebouw. Waar de ouderen drie jaar geleden altijd alleen elkaar zagen, kwamen er ineens dagelijks verschillende mensen de eetzaal in om een praatje met ze te maken. Ik nam regelmatig mijn kat Louie mee, dat vond iedereen geweldig. Het kon echt hun dag maken.’
Tekst loopt door onder de afbeeldingen
Niet alle ouderen zaten te wachten op jullie komst. Hoe heeft dat zich na de opnameperiode ontwikkeld?
‘Eigenlijk is het echte contact tussen jong en oud pas ontstaan nadat de documentaire was afgerond. De camera’s stonden het opbouwen van een band toch een beetje in de weg, merkten we. Vanuit de ouderen was er de angst dat wij tijdens de opnames onoprecht waren en alleen moeite deden omdat we werden gefilmd. Ook werden ze verlegen van de camera's en klapten ze dicht.’
‘Al snel nadat de draaidagen waren afgerond kropen veel van de bewoners uit hun schulp en ontstond het echte contact. Bewoonster Ans Stockschen is daar een goed voorbeeld van. In Een nieuwe morgen is te zien dat ze het niet zo op ons heeft. Ze wijst al het contact af. Wat niet iedereen weet, is dat ze tijdens de opnames nog volop in het rouwproces voor haar overleden man zat. Als ze uit het raam van haar appartement naar de binnenplaats keek, zag ze continu blije mensen op een trampoline springen die de jongeren daar hadden geïnstalleerd. Dat is natuurlijk heel confronterend.'
'Later vertelde Ans me dat diezelfde trampoline haar niet meer irriteert. Zij is nu altijd heel geïnteresseerd in de jongeren en is gaan inzien wat we voor ouderen kunnen betekenen. Ik had voorheen geen contact met haar, maar ik zoek haar nu graag op. Door mensen zoals zij vraag ik me nog wel eens af: hoeveel zouden we hebben bereikt als we er twee jaar langer hadden gewoond?’
Je woont nu in een oud bejaardenhuis zo’n vijfhonderd meter verderop. Waarom daar?
‘Ik heb destijds meegewerkt aan Een nieuwe morgen, omdat ik me wilde verzetten tegen de individualisering van de maatschappij. Die behoefte is de afgelopen jaren niet veranderd. Nog steeds zou ik nooit in een vinex-wijk willen wonen met allemaal onbekenden. Door mijn tijd in verzorgingshuis Tuindorp Oost weet ik hoeveel sociale cohesie en wederzijds begrip er ontstaat als je je openstelt voor andere groepen. Nu woon ik opnieuw in een heel diverse woonomgeving; zo zijn veel van mijn buren opnieuw ouderen. Het sociale contact dat ik met de bewoners uit de documentaire had, hoop ik hier te kunnen voortzetten met alle nieuwe mensen om me heen.’
‘Toen ik mezelf laatst aan wat buren voorstelde, heb ik laten weten dat ze mogen langskomen als ze me ergens voor nodig hebben. Een buurman maakte daarvan al snel gebruik. Hij belde aan met de vraag of ik een computer heb. Hij had er namelijk zelf geen en wilde heel graag een Ajax kalender bestellen. Samen hebben we er vervolgens een uitgezocht. Zulke acties kosten mij geen moeite en ik maak er een ander heel blij mee.’
Wat hebben de documentaire en het sociale experiment teweeggebracht in de maatschappij?
‘Veel mensen die de documentaire hebben gezien, zeggen dat er meer van dit soort sociale projecten zouden moeten zijn. Ze zien in hoeveel jong en oud voor elkaar kunnen betekenen. Vanuit sociale verhuurders en zorginstellingen is er nu ook steeds vaker de wil om diverse groepen mensen in de leefomgeving met elkaar in contact te brengen. Gemeente Nieuwegein zet nu ook concrete stappen op het gebied van gemixt wonen. Dat is natuurlijk heel mooi om te zien.’
‘Het experiment heeft in mijn persoonlijke leven ook veel veranderd. Als je sterfte om je heen ziet, ga je nadenken over je eigen sterfelijkheid; over je gezondheid en hoe je zelf oud wil worden. Ik ben een stuk spartaanser gaan leven. Uiteindelijk ben ik 23 kilo afgevallen.’