Als de kosten en tijdsduur van reizen met de trein niet veel verschillen met het vliegtuig, waarom wordt er dan zoveel vaker voor het vliegtuig gekozen dan voor de trein? Volgens Barth Donners, adviseur mobiliteit bij Royal Haskoning DHV, is groot onderdeel van het probleem dat een reis plannen van A naar B, die over landsgrenzen gaat, met de trein veel ingewikkelder en weerbarstiger is dan met het vliegtuig.
Om dit probleem aan te pakken werkt hij samen met de Jonge Veranderaars en Natuur & Milieu voor de organisatie Train2EU. Met de organisatie proberen ze in samenwerking met ministeries, treinbeheerders en spoorwegondernemers het internationaal treinverkeer op de kaart te zetten.
“Het gaat niet per se over infrastructuur maar om de ticketing en services van de spoorwegondernemers. Zo zie je bij de IC Berlijn dat het aantal passagiers met twintig procent is toegenomen, doordat we het er meer over hebben. Ineens is er dan een optie voor de mensen.”
“Van Amsterdam naar Londen vliegen per jaar vijf miljoen passagiers, dat zijn zo'n 52 vluchten per dag. En negentig procent daarvan gaat rechtstreeks uit de regio Amsterdam naar Londen." Volgens Donners is het een utopie om al die mensen uit het vliegtuig te krijgen, maar er is wel veel winst voor het klimaat te behalen als het merendeel van die reizigers de trein pakt.